2. Toekenning van functiegroepen en master adressen
• Functiegroepen (44xx)
Als 44 als adresgroep ingevoerd wordt, zal het subadres (als dit niet 44 is, zie de volgende
paragrafen) als functiegroep gedefinieerd worden. Zo kunnen er 15 verschillende
functiegroepen tussen 4411 en 4443 gedefinieerd worden.
Mogelijk zijn: 4411, 4412, 4413, 4414, 4421, 4422, 4423, 4424, 4431, 4432,
4433, 4434, 4441, 4442, 4443
• Lokale master (xx44)
Als enkel het subadres op 44 ingesteld wordt, zal dit kanaal de functie van een lokale
master binnen de ingestelde adresgroep hebben. Alle ontvangers die met dit lokaal master
adres geprogrammeerd zijn worden gelijktijdig aangestuurd.
Mogelijk zijn: 1144, 1244, 1344, 1444, 2144, 2244, 2344, 2444, 3144, 3244,
3344, 3444, 4144, 4244, 4344
• Globale master (4444)
Als de adresgroep en het subadres van een kanaal op 44 ingesteld worden, zal dit kanaal
de functie van een globale master hebben. Alle ontvangers die met dit globaal master adres
geprogrammeerd zijn worden gelijktijdig aangestuurd.
Enkel 4444 kan een globale master zijn.
Bij een uitgebreider systeem is het daarom zinvol om bij de keuze van de adressen
systematisch te werk te gaan om het overzicht over de reeds toegekende adressen te
behouden en om de geprogrammeerde ontvangers eenvoudig en zinvol tezamen in groepen
aan te kunnen sturen.
U vindt een voorbeeld op de volgende pagina.
51