b) Adressen instellen
Het adres van een kanaal bestaat uit de 2-cijferige adresgroep en het 2-cijferige subadres.
In de fabriek werd voor alle kanalen de adresgroep "11" ingesteld.
Als er meerdere zenders parallel gebruikt worden die verschillende ontvangers aansturen,
moeten er bij de zenders verschillende adressen ingesteld worden.
1. Afzonderlijk adres instellen
+
2
1
of
+
3
4
2
1
3
4
Denk aan het volgende:
Zowel adresgroep 44 als het subadres 44 hebben een speciale betekenis (zie
het volgende hoofdstuk)!
50
CH1
5 sec.
drukken
CH2
Knippert
Adresgroep
(2 cijfers)
en
subadres
(2 cijfers)
invoeren
LED gaat uit
• Voor de instelling van een adresgroep en een
subadres moeten de toetsen van het betref-
fende toetsenpaar ca. 5 sec. lang gelijktijdig
ingedrukt worden tot de status LED langzaam
begint te knipperen (ongeveer om de seconde).
-
voor kanaal 1 (CH1) de toetsen 1 en 2
-
voor kanaal 2 (CH2) de toetsen 3 en 4
• Voer nu met de toetsen 1, 2, 3 of 4 een 2-
cijferige adresgroep en een 2-cijferig subadres
in.
Voorbeeld:
1431 (adresgroep 14, subadres 31)
• Na de invoer van het vierde cijfer zal de
programmeermodus automatisch afgesloten
worden. Dit wordt aangeduid door de status
LED die uitgaat.
In de fabriek werden de volgende adressen
aan de toetsenparen toegekend:
Toetsenpaar 1 (toets 1 + 2): adres 11 11
Toetsenpaar 2 (toets 3 + 4): adres 11 12