Dagelijkse inspectie
1. Controleer de kabels en kabelkatrollen op slijtage Bel de
lokale servicemedewerker indien onderdelen versleten
zijn.
2. Inspecteer de adapters op beschadigingen of overmatige
slijtage. Bel de lokale servicemedewerker indien
onderdelen versleten zijn.
3. Controleer op permanente vervorming van de
vergrendelingen. Bel als dit optreedt de lokale
servicemedewerker om onderdelen te laten vervangen.
4. Controleer de werking van de bovenportaalsensor.
5. Controleer de bediening van het synchronisatie- en
compensatiesysteem (beide zijden dienen gelijkmatig te
stijgen en dalen). Voer de controle uit met en zonder een
representatief geladen voertuig.
6. Controleer de daalsnelheid met een representatief
voertuig op de hefbrug (mag niet boven 0,15m/s
uitkomen).
7. Controleer de juiste werking van de draaiarm
fixatiepinnen.
Afb.17
Aanvaardbare, onbe-
schadigde kabel
Onaanvaardbare kabel
met gebroken draden
Onacceptabele kabel -
zwaar gerafeld
Onacceptabele kabel - ern-
stig samengegetrokken
Maandelijks onderhoud
1. Draai de hoofdschakelaar naar UIT (positie "UIT") en
vergrendel deze met een hangslot.
2. Controleer of de hefarmen horizontaal zijn uitgelijnd
tijdens heffen en laten zakken. Pas uitgerekte kabels
opnieuw aan (→ Hoofdstuk 12 Inbedrijfstelling).
3. Controleer of schroefverbindingen los zijn geraakt.
4. Controleer het hydraulische oliepeil (hydrauliektank).
Vul indien nodig bij met goedgekeurde hydraulische olie
(→ Hoofdstuk 9.4).
5. Inspecteer het tankdeksel van de hydrauliektank.
De ontluchtingsdop moet schoon zijn, zodat er geen
vacuüm kan ontstaan.
Reinig indien nodig.
6. Controleer de afdichtingen van de hydraulische
componenten (visuele inspectie).
7. Reinig en controleer hefbrugbasis. Verwijder alle roest
en werk bij met verf.
8. Controleer maandelijks de rubberen pads op slijtage,
vervang defecte pads indien nodig.
9. Smeer de vergrendelingschachten. Druk een aantal
keer op de vergrendelingpal om de olie in te laten
werken.
10. Zet de hoofdschakelaar op AAN (positie "AAN").
11. Controleer of de regelknoppen en schakelaars juist
werken.
12. Voer een werkingstest uit met en zonder last.
13. Vul een onderhoudsrapport in (→ Bijlage).
Halfjaarlijks onderhoud
1. Breng de brug omhoog.
2. Draai de hoofdschakelaar naar UIT (positie "UIT") en
vergrendel deze met een hangslot.
3. Smeer de kolomhefbrug met goedgekeurd
smeermiddel:
• Smeer het loopvlak van de glijbanen voor de hefbrug
licht in
• Smeer de schroefdraad van de schijfadapters licht in
voor een soepele werking.
4. Controleer de moeren van de kabel. Zorg ervoor dat
alle moeren goed werken en niet los zitten. Controleer
ook of de ankerbouten nog goed vastzitten.
5. Stel de hoofdschakelaar in op AAN (positie "AAN").
6. Voer een functietest uit. Laat de hefbrug volledig
zakken.
7. Vul een onderhoudsrapport in (→ Bijlage).
Jaarlijks onderhoud
1. Draai de hoofdschakelaar naar UIT (positie "UIT") en
vergrendel deze met een hangslot.
2. Controleer hydraulische cilinders en hydraulische
slangen voor lekken (visuele inspectie). Stop de
geladen hefbrug middenin en let op langzaam zakken
en hydraulische lekken.
32