Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Pietro Fiorentini REVAL 182 Handleiding pagina 9

Inhoudsopgave

Advertenties

TECHNISCHE HANDLEIDING MT043
Aansluitingen onder de zorg van de klant
Afb. 1
De druk van de motoraandrijving wordt verkregen door gas stroomopwaarts van de drukregelaar op te nemen.
Het gas wordt gefilterd door het ingebouwde filter 28 en ondergaat een eerste decompressie in de instelbare
voordrukstabilisator R31 (afb. 2), die in hoofdzaak bestaat uit een afsluiter 31, een veer 40 en een membraan
25, tot een waarde Pep, die afhankelijk is van de insteldruk van de regelaar. De instelling van Pep wordt
verkregen door aan ringmoer 10 te draaien (met de wijzers van de klok mee om te verhogen, tegen de wijzers
van de klok in om te verlagen) en de waarde kan afgelezen worden op de manometer die rechtstreeks op de
uitstroom gemonteerd is. Uit kamer G passeert de druk Pep vervolgens gat F in de ingebouwde pilot 201, die
de waarde regelt via afsluiter 17, tot waarde Pm voor invoering in de kop van de regelaar bereikt wordt.De
instelling van Pm wordt verkregen door de vergelijking tussen de kracht die uitgeoefend wordt door instelveer
71 van de pilot en de werking van geregelde druk Pa die in kamer B effect heeft op membraan 23.De wijziging
van de instelling wordt uitgevoerd door aan regelringmoer 11 te draaien. Door met de wijzers van de klok mee
te draaien, wordt de Pm verhoogd en dus de geregelde druk Pa. Door tegen de wijzers van de klok in te
draaien vindt het omgekeerde plaats. Als tijdens de werking bijvoorbeeld een stroomafwaartse drukverlaging
Pa aanwezig is (door de verhoging van het gevraagde debiet of door de verlaging van de stroomopwaartse
druk), zal er een verstoring van het evenwicht in de mobiele uitrusting 16 van de pilot zijn, die zich verplaatst
en een vergroting van de opening van afsluiter 17 veroorzaakt. Als gevolg neemt ook de druk van de
motoraandrijving Pm toe, die in kamer E onder membraan 50 (afb. 1) inwerkt, die een opwaartse verplaatsing
van afsluiter 5 veroorzaakt en dus de vergroting van de opening van de regelaar, tot de van tevoren
vastgestelde waarde van de geregelde druk hersteld wordt. In het omgekeerde geval, wanneer de geregelde
druk begint toe te nemen, verplaatst de kracht die deze op membraan 23 van de pilot uitoefent mobiele
uitrusting 16 en brengt afsluiter 17 in de gesloten positie. Druk Pm neemt dus af wegens een vereffening
tussen de kamers E en D, via opening 21, en de druk die uitgeoefend wordt door veer 54 veroorzaakt de
neerwaartse verplaatsing van afsluiter 5 zodat de geregelde druk weer op de van tevoren vastgestelde waarde
komt. In normale bedrijfsomstandigheden neemt afsluiter 17 van de pilot zo positie in dat de waarde van de
druk van de motoraandrijving Pm dusdanig is dat de stroomafwaartse drukwaarde Pa rondom de gekozen
waarde gehandhaafd blijft.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor Pietro Fiorentini REVAL 182

Inhoudsopgave