2
Kies Slimme fotoselectie.
Druk op & (functie) om het menu &
weer te geven. Markeer Beste moment
vastleggen en druk op J, markeer
vervolgens Slimme fotoselectie en
druk op J.
3
Kadreer de foto.
Stel de compositie van de foto samen
met uw onderwerp in het midden van
het beeld.
4
Begin met het bufferen van de foto's.
Druk de ontspanknop half in om scherp
te stellen (0 23). Zodra de camera
begint met het vastleggen van beelden
in het buffergeheugen, wordt een &-
pictogram weergegeven. De camera
past de scherpstelling voortdurend aan
om rekening te houden met wijzigingen
in de afstand tot het onderwerp terwijl
de ontspanknop half wordt ingedrukt.
R
59