De ventilatoreenheid vervangen
In dit gedeelte vindt u instructies voor het vervangen van de ventilatoreenheid.
Figuur 32. De ventilatoreenheid verwijderen
10. Ga naar Hoofdstuk 4, "Het vervangen van de onderdelen voltooien", op
Attentie
Open de computer niet en probeer geen reparaties uit te voeren voordat u de "Belangrijke
veiligheidsvoorschriften" hebt gelezen in de publicatie Veiligheid en garantie die bij de com-
puter is geleverd. Voor een exemplaar van de publicatie Veiligheid en garantie gaat u naar
http://www.lenovo.com/support.
1. Verwijder de kap van de computer. Zie "De kap verwijderen" op pagina 9.
2. In "Toegang tot systeemplaatcomponenten en stations" op pagina 11 leest u
hoe u toegang krijgt tot de onderdelen op de systeemplaat.
3. Ontkoppel de kabel van de ventilatoreenheid van de systeemplaat. Zie
"Onderdelen op de systeemplaat" op pagina 7.
4. Verwijder het vaste-schijfstation. Zie "Het vaste-schijfstation vervangen" op
pagina 24.
5. Verwijder de twee schroeven waarmee de ventilatoreenheid vastzit.
6. Trek de ventilatoreenheid naar buiten.
7. Installeer de nieuwe ventilator en zet hem met de twee schroeven vast.
8. Sluit de stekker van de systeemventilator aan op de desbetreffende aansluiting
op de systeemplaat.
9. Zet het vaste-schijfstation terug.
pagina 37.
Hoofdstuk 3. Opties installeren en hardware vervangen
31