Er is geen brandstof.
Vul de brandstoftank.
De brandstof is oud en van een
slechte kwaliteit.
Ledig de tank en vul deze met
nieuwe brandstof.
Motor is koud, de aanzuigpomp werd
niet ingedrukt.
Druk de aanzuigpomp tien keer in.
De carburator is verstopt of slecht
afgesteld.
Raadpleeg een erkend
servicecentrum.
De carburator is overstroomd.
Schroef de bougie los en laat
drogen. Stel de snelheidshendel in
op de positie
toerental), trek enkele keren aan de
trekkoord, schroef de bougie vast en
trek nogmaals aan de trekkoord.
2. DE TREKKOORD KAN NIET WORDEN
UITGETROKKEN
MOGELIJKE OORZAKEN EN
OPLOSSINGEN
De veiligheidshefboom voor motorrem
is niet geactiveerd.
Breng de veiligheidshefboom voor
motorrem tegen de stuurstang.
Defecte motor.
Raadpleeg een erkend
servicecentrum.
(minimale
3. HET GRAS BLIJFT OP DE GROND
LIGGEN OF DE OPVANGBAK WORDT
NIET GEVULD
MOGELIJKE OORZAKEN EN
OPLOSSINGEN
Gras is te vochtig.
Laat het gazon drogen.
Uitwerpopening is verstopt.
Stop de motor en verwijder de
verstopping.
Vuile opvangbak.
Stop de motor en reinig de
ventilatieopeningen van de
opvangbak.
Het mes is bot of beschadigd.
Laat het mes vervangen door een
erkend servicecentrum.
Onvoldoende motorvermogen.
Maai vaker, verhoog de maaihoogte.
Volle opvangbak.
Stop de motor en ledig de
opvangbak.
2 1
NL