MAIN OUTPUT-aansluitingen
Sluit hier de luidsprekers aan . Als u in mono uitstuurt,
sluit u op de MONO-aansluiting aan .
*
Dit instrument is uitgerust met gebalanceerde
(TRS)-aansluitingen . Schakelschema's voor deze
aansluitingen worden hieronder getoond . Maak
instellingen nadat u eerst de schakelschema's
van andere apparatuur die u wilt aansluiten heeft
gecontroleerd .
TIP:
HOT
2: HOT
RING:
COLD
SLEEVE: GND
AUDIO INPUT-aansluitingen
GUITAR/MIC-aansluiting
Sluit hier een gitaar of microfoon aan .
Gebruik de
[LEVEL]
knop om het
ingangsniveau aan te passen .
'GUITAR'
Zet dit op
als u een gitaar
heeft aangesloten, of op
'MIC'
als u
een microfoon heeft aangesloten .
MEMO
U kunt het algehele ingangsvolume
aanpassen (Audio ingangsniveau: p .80) .
DC IN-aansluiting, snoerhaar
Sluit hier de meegeleverde adapter aan .
Naar stopcontact
*
Om een onopzettelijke stroomonderbreking te voorkomen (in het geval de stekker er per ongeluk
wordt uitgetrokken), en om overbelasting van de DC IN-aansluiting te vermijden, verankert u het
1: GND
1: GND
netsnoer met de snoerhaak, zoals in de illustratie wordt getoond .
*
Plaats de adapter zo, dat de kant met de indicator (zie illustratie) naar boven wijst en de kant met de
tekst informatie naar beneden wijst . De indicator licht op als u de adapter in een stopcontact steekt .
3: COLD
3: COLD
LINE-aansluiting
Sluit hier een geluidsspeler
of geluidsapparaat aan .
Gebruik een stereo
mini-stekker kabel (in de
handel verkrijgbaar) om
aansluitingen te maken .
Pas het volume aan met
gebruik van de regelaars
van het apparaat dat u heeft
aangesloten .
Indicator
2: HOT
[POWER] schakelaar
Druk op deze schakelaar om deze aan/uit te zetten .
Afhankelijk van de omstandigheden van een bepaalde
opstelling, kunt u een ongemakkelijke sensatie ervaren,
of bemerken dat het oppervlak ruw aanvoelt als u dit
apparaat, hierop aangesloten microfoons, of de metalen
gedeeltes van andere objecten zoals gitaren aanraakt . Dit
komt door een oneindig kleine elektrische lading, welke
absoluut onschuldig is . Als u zich hier echter zorgen over
maakt, verbindt u de aardklem (zie figuur) met een externe
aarde . Als het apparaat geaard is, kan een lichte brom te
horen zijn, afhankelijk van de bijzonderheden van uw
installatie . Als u onzeker bent over de verbindingsmethode,
raadpleegt u het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum
of een erkend Roland distributeur . Deze zijn op de
'Informatie'
pagina te vinden .
Locaties die niet geschikt zijn voor verbinding
•
Waterleidingen (kan tot schokken of elektrocutie leiden) .
•
Gasleidingen (kan tot brand of explosie leiden)
•
Telefoonkabel aarde of bliksemafleider (kan gevaarlijk zijn
in geval van bliksem) .
PHONES-aansluiting
Sluit een koptelefoon (apart verkrijgbaar) op
deze aansluiting aan .
SUB OUTPUT-aansluiting
Sluit hier apart verkrijgbare koptelefoons of luidsprekers aan .
Geluiden zoals de metronoom of een specifiek Part kunnen voor
individuele uitvoer gespecificeerd worden .
U kunt uw tempo met dat van andere spelers synchroniseren, als u met
een band speelt .
*
De
[VOLUME]
knop op het bovenpaneel past het volume van deze
uitvoer niet aan .
Paneelbeschrijvingen
9