INSCHAKELEN EN UITSCHAKELEN VAN DE STROOM
Dit apparaat heeft een stroomschakelaar links onderaan achter het voorpaneel. U vindt een AAN-knop (
De voeding inschakelen
• Zet de stroomschakelaar in de stand " ".
• Wanneer de stroomindicatielampjes groen oplichten, drukt u op
de AAN-knop (
).
De voeding uitschakelen
(1) Druk op de AAN-knop (
) om de stroom uit te schakelen.
(2) Zet de stroomschakelaar in de stand "
Het apparaat opnieuw starten
Als op het aanraakscherm een bericht verschijnt dat vraagt om het
apparaat opnieuw te starten, drukt u op de AAN-toets (
uit te schakelen en drukt u nogmaals op de toets om de stroom weer in te
schakelen.
Let op:
• Bij het uitschakelen van de stroom moet u controleren of de indicatielampjes op het
bedieningspaneel ook uit zijn.
• Als het apparaat opeens wordt uitgeschakeld, bijvoorbeeld bij een stroomstoring,
moet u het weer inschakelen en daarna uitschakelen volgens de correcte
uitschakelingsprocedure.Wanneer u de stroomschakelaar uitschakelt of het netsnoer
uit het stopcontact haalt terwijl een van de indicators brandt of knippert, wordt de harde
schijf mogelijk beschadigd of raakt u gegevens kwijt.
• Schakel de AAN-knop (
) uit en ook als de hoofdschakelaar uit en haal de stekker uit het
stopcontact bij een ernstige storing, naderend onweer of verplaatsing van het apparaat.
".
) om de stroom
) op het bedieningspaneel.
Knop [AAN]
AAN-indicator
Stroomschakelaar
Het apparaat kan zich soms in een toestand bevinden waarbij de instellingen niet
van kracht worden wanneer u op de AAN-knop (
stroom uit en dan weer aan met de stroomschakelaar.
) drukt. Schakel in dat geval de
11