Belangrijk
Voor de eerste ingebruikname de gebruiksaanwijzing volledig lezen!
De gebruiker blijft verantwoordelijk voor schadegevallen die voortkomen uit het niet lezen van deze
voorschriften. Het niet naleven van deze gebruiksaanwijzingen en waarschuwingen kan tot verwonding of zelfs tot de
dood lijden.
Veiligheidsaanwijzingen
• Voor elk gebruik moet er worden gecontroleerd of het apparaat goed in elkaar zit, niet beschadigd en voor gebruik gereed
is. Daarbij moet er speciaal op de dichtheid van de slangaansluitingen en de effectiviteit/makkelij functioneren van het
overdrukventiel (1) worden gelet.
• Het apparaat heeft een veiligheidsklep (1) die ontoelaatbare overdruk laat ontsnappen. Het overdrukventiel is op 3 bar
ingesteld. Er wordt uitdrukkelijk op gewezen, dat manipulaties aan de veiligheids-klep ongeoorloofd zijn.
• Controleer of het gewenste middel geschikt is voor dit apparaat. De veiligheids- en gebruiksaanwijzingen van de producent
van de chemicali n moeten in acht worden genomen en opgevolgd. Het gebruik van chemicaliën geschiedt op eigen
verantwoordelijkheid. Mocht u in dit opzicht twijfels hebben, dan kunt u contact opnemen met de klantenservice.
• In het apparaat mogen geen bijtende (b.v. agressieve desinfecterings- of impregneringsmiddelen), corrosieve (zuren) of
licht ontvlambare of brandbare stoffen worden gebruikt.
• Vloeistoffen met een temperatuur van meer dan 30°C / 86°F mogen niet worden gebruikt. Het apparaat niet onder druk in
de zon laten staan. Vorst is schadelijk voor het apparaat.
• De gebruiker is tegenover derden, vooral kinderen en huisdieren, ervoor verantwoordelijk dat bij de inbedrijfstelling
producten door het openen van het overdrukventiel en bij het sproeien, niet op hen terecht komen.
• Tijdens het gebruik moet contact met het spuitmiddel worden vermeden. Tevens dienen beschermende kleren, een
spuitmasker, een veiligheidsbril en handschoenen te worden gedragen. Noch tegen de wind in noch bij harde wind spuiten.
Niet meer spuitmiddel gebruiken dan voor de te behandelen oppervlakte noodzakelijk is.
• Verstopte spuitdoppen en ventielen niet met de mond doorblazen (gevaar voor vergiftiging).
• Voor het uitschroeven van de pomp (3) altijd eerst de druk via het overdruckventiel (1) laten ontsnappen. Richt het apparaat
daarbij schuin weg van het lichaam.
• Het apparaat moet na gebruik worden gereinigd. Daarbij moet erop worden gelet dat het oppervlakte- en grondwater niet
wordt verontreinigd.
• Chemicaliën nooit in flessen, blikken etc. bewaren. Apparaten en chemicaliën altijd buiten het bereik van kinderen en
huisdieren bewaren.
Toepassing
Deze sproeier is te gebruiken voor de bekende gewasbeschermingsmiddelen en onkruidbestrijdingsmiddelen, voor vloeibare
meststoffen voor privégebruik binnenshuis en in de tuin, alsook voor gebruik in de land-en tuinbouw.
Inbedrijfstelling
Sproeilans monteren volgens de tekening voor vervangende onderdelen. Afsluitklep (10) op de slangleiding (9) schroeven en
nadien de spuitbuis (12) met de sproeikop (16) in de afsluitklep aanbrengen en vastschroeven. Kontroleren, of alle
verbindingen goed werden vastgetrokken.
Bediening
Vullen van het reservoir:
In ieder geval eerst de druk in het reservoir volledig aflaten door het overdrukventiel (1) omhoog te trekken. Dan de pomp (3)
losdraaien en het reservoir vullen, de vulinhoud mag niet worden overschreden (zie markering in reservoir), opdat er genoeg
ruimte voor het luchtkussen overblijft. De maximale bedrijfstemperatuur bedraagt 30°C / 86°F.
Reservoir onder druk zetten:
Pomp (3) inschroeven en vastdraaien. Handgreep van de pomp door licht drukken en naar links draaien uit vergrendelpositie
halen. Oppompen tot de rode markering aan het overdrukventiel (1) verschijnt. De handgreep weer in de vergrendelpositie
vast zetten.
Dragen van de spuit:
Het apparaat kan aan de gefixeerde handgreep of aan de draaggordel over de schouder worden gedragen.