Montageanleitung
���
Pict 3.6
Rückwandprofil ohne Stanzung
Der Zukünftige Sitz der Konsolen wird auf die Rückwand übertra-
gen. Position der vormontierten Armen, Dachhalter etc. und ggf.
Gleitlager berücksichtigen. In das Rückwandprofil, z. B. mit einem
Antennenbohrer, im Durchmesser ca. 40 mm große Löcher bohren.
• D ie Rillen in den Wandkonsolen beachten.
• M ittlere Bohrlöcher anzeichnen, Rückwandprofil abnehmen.
• G ekennzeichnete Löcher bohren, Rückwand anhalten, Konsolen
aufsetzen, ausrichten und verschrauben (Pict 3.6).
• B ei allen Konsolen nun die oberen Bohrlöcher bohren und
v erschrauben.
• M it Maurerschnur überprüfen, ob das Rückwandprofil
z.B. mit Unterlegplatten unterfüttert werden muss.
• S chrauben ggf. entsprechend weit lösen.
• U nterlegplatten „einhängen" (Pict 3.7).
• K onsolenschrauben fest anziehen.
• M arkise bzw. Tragrohr in die Konsolen einschieben.
• S icherungsschrauben von unten einsetzen und festziehen
(Pict 3.4).
• A bdeckkappen aufclipsen (Pict 3.5).
���
3.1.2
Befestigung des Bodenprofils
• M arkise ca. 50 cm ausfahren.
• B odenprofil in den hinteren Teil des Dachhalters einschieben.
Danach den vorderen Teil des Dachhalters eindrücken (Pict 3.8).
• S chraube des Bodenprofilclip nicht lösen.
• C lipsperre (Pict 3.9) in Bodenprofilclip einschieben.
• K astenendkappen am Bodenprofil mit 2 Schrauben befestigen.
I 2000/K 2000
Montageanleitung | Montagehandleiding
Technische Änderungen vorbehalten | Technische wijzigingen voorbehouden
Pict 3.7
Montagehandleiding
Pict 3.8
Achterwandprofiel zonder uitgestanste gaten
De plaats waar de consoles moeten komen op de achterwand aan-
geven. Rekening houden met de positie van de voorge monteerde
armen, dakhouders etc. en eventueel glijlagers. In het achterwand-
profiel, bijv. met een antenneboor, gaten met een doorsnede van
ca 40 mm boren.
• Letten op de groeven in de muurconsoles.
• Middelste boorgaten markeren, achterwandprofiel eraf nemen.
• Gemarkeerde gaten boren, achterwand er tegen aan houden,
consoles aanbrengen, in de juiste positie brengen en
vastschroeven (Pict 3.6).
• Daarna bij alle consoles de bovenste boorgaten boren en
vastschroeven.
• Met een schietlood controleren of er achter het
achterwandprofiel een onderplaat aangebracht moet worden.
• Schroeven voldoende losdraaien.
• Onderplaten aanbrengen (Pict 3.7).
• Consoleschroeven vast aandraaien.
• Scherm resp. draagbuis in de consoles schuiven.
• Beveiligingsschroeven aan de onderzijde aanbrengen en
vastdraaien (Pict 3.4).
• Afdekkappen erop drukken (Pict 3.5).
���
3.1.2
Bevestiging van het bodemprofiel
• Scherm ca 50 cm uit laten lopen.
• Bodemprofiel in het achterste deel van de dakhouder schuiven.
Daarna in het voorste deel van de dakhouder drukken
(Pict 3.8).
• Schroef van de bodemprofielclip niet losdraaien.
• Clipbeveiliging (Pict 3.9) in de bodemprofielclip schuiven.
• Kasteindkappen aan het bodemprofiel met 2 schroeven
bevestigen.
Version | Versie 08.08.2019
Art.-Nr. | Art.nr. 102841-0000
Pict 3.9: Clipsperre
clipbeveiliging
Seite | Page 10/32