10
Inbedrijfstelling
N
10.1
De leidingen en de elektrische installatie controleren
Voordat u met de handmatige test begint, controleert u of de volgende punten correct zijn uitgevoerd:
10.1.1
Installatie van leidingen, verwarmingssysteem en warm water
▪ Aansluiting van leidingen volgens het aansluitschema, zie Systeemoplossingen.
▪ Flexibele slangen op de aanvoer- en retourleiding (punt 96 in de systeemoplossingen)
▪ Isolatie leidingen
▪ Vuilzeef met afsluitklep op retourleiding (91)
▪ Alle radiatorkranen volledig geopend
▪ Expansievat met veiligheidsklep (86, 113)
▪ Afsluitklep met terugslagklep voor vullen van het verwarmingssysteem (80, 83)
▪ Afsluitklep met terugslagklep voor koud water (80, 83)
▪ Veiligheidsklep voor koud water (87)
▪ Ontluchtingsklep op boilerspiraal (85)
10.1.2
Installatie van leidingen brinesysteem
▪ Expansie-/ontluchtingsvat met veiligheidsklep op de retourleiding (100, 111, 112)
▪ Vulapparaat op de retourleiding (94)
▪ Isolatie in de doorvoer door de buitenmuur
▪ Overige isolatie brineleiding
▪ Ontluchting brinesysteem (85)
10.1.3
Elektrische installatie
▪ Stroomonderbreker
▪ Zekeringen
▪ Positionering van de buitensensor
▪ Overige elektrische installaties in verband met de gekozen systeemoplossing.
10.2
Het regelsysteem configureren
Nadere inlichtingen over parameters in het regelsysteem vindt u in de hoofdstukken Menu INFORMATIE en Menu SERVICE. De systeem-
oplossingen worden beschreven in het hoofdstuk Systeemoplossing.
10.2.1
Standaardinstellingen
Indien nodig: taal wijzigen.
1. In het menu INFORMATIE -> TAAL. Selecteer taal met + of -.
58
Warmtepompen voor woningen
Lees de veiligheidsinstructies!
VMGFP210
Thermia Värmepumpar