Installatiehandleiding
9.1.4
Vloerwarming of radiatorsysteem
Belangrijk: Als het systeem wordt geconfigureerd voor vloerverwarming of iets dergelijks, is het absoluut noodzakelijk om de standaard-
waarde van de warmtepompen in te stellen op vloerverwarming. Als u dat niet doet, zet de knop 'fabrieksinstellingen' de verwarmings-
curve en de max./min. aanvoerleidingtemperaturen weer op de standaardwaarden voor radiatorsystemen, wat schade aan systemen
met bijvoorbeeld vloerverwarming kan veroorzaken.
Als uw woning is voorzien van vloerverwarming, mag de aanvoerleidingtemperatuur niet hoger worden dat de waarden die door de
fabrikant van de vloer worden aanbevolen. Anders kan de vloer beschadigd raken.
Zo wijzigt u de standaardinstellingen van radiator- naar vloerverwarming (of omgekeerd):
9.1.5
Verwarmingscurve aanpassen
De curve-indicator heeft twee modi waartussen kan worden geschakeld door op het symbool voor de curve-indicator te drukken.
aanvoerleiding (˚C)
80
60
40
40
34
29
21
20
17
10
5
De waarde van de verwarmingscurve-indicator geeft de temperatuur weer van het water naar het verwarmingssysteem ('aanvoerlei-
dingtemperatuur') bij een buitentemperatuur van 0 °C.
9.1.6
Verwarmingsinstellingen
In Verwarmingsinstellingen kunt u de seizoensstop, de min./max. aanvoerleidingtemperatuur en de comfortfactor instellen.
(De Comfortfactor (0-3) bepaalt hoeveel invloed een verhoging/verlaging (+/-) van 1 stap op het comfortwiel zal hebben op de gewenste
waarde van de aanvoerleiding (WP). Als de comfortfactor bijvoorbeeld op 3 is ingesteld, dan zal een verhoging van de comfortwielinstel-
ling met +1 leiden tot een verhoging van de aanvoerleidingtemperatuur met +3 ºC.)
Thermia AB
Atlas, Calibra & Calibra Eco
1. Druk op
op het startscherm om het menuscherm te openen.
2. Druk op
3. Druk op
als de Verwarmingsinstellingen niet worden getoond.
4. Selecteer het verwarmingstype voor vloerverwarmingssystemen of radiatorsystemen
5. Voer de gewenste wijzigingen door.
6. Bevestig de instellingen door te drukken op
11:20
1. Druk op
2. Druk op
3. Druk op
59
+1
51
4. Er zijn twee manieren om de verwarmingscurve aan te passen:
44
buitenshuis (˚C)
0
-5
-15
-25
5. Bevestig de nieuwe selectie door te drukken op
op het startscherm om het menuscherm te openen.
als de verwarmingscurve niet wordt getoond.
▪ Als de curve-indicator
brandt, drukt u op
40
aan te passen.
Of:
▪ Als de curve-indicator
niet brandt, kunnen specifieke punten afzon-
40
derlijk worden verplaatst door op
wenste temperatuur is bereikt.
BWCA01IG0410
of
om de hele curve
en
te drukken totdat de ge-
33