Gebruikershandleiding
6
Regelmatige controles
6.1
De werking controleren
Tijdens normaal bedrijf brandt de alarmindicator continu groen, om aan te geven dat alles correct werkt. Als er
een alarm wordt gegenereerd, knippert het display en gaat het groene lampje knipperen. Bovendien wordt er
op het display een tekstbericht weergegeven.
ALARM
OUTDOOR SENSOR
Als er een alarm optreedt, wordt dat op het display aangegeven met de tekst ALARM en een alarmbericht/
alarmcode. Voorbeelden van mogelijke alarmberichten:
Bericht
BUITENSENSOR
AANVOERSENSOR
Ander alarmbericht Probeer het alarm als volgt te resetten. Neem contact op met uw installateur als het
Het alarm resetten
Voor alarmen die niet automatisch gereset worden, is een bevestiging vereist. Bevestig het alarm door de
warmtepomp in de bedrijfsmodus UIT te zetten en vervolgens weer in de gewenste bedrijfsmodus te zetten.
Neem contact op met uw installateur als het alarm aanhoudt.
LET OP! Laat de warmtepomp niet in UIT-modus, vanwege het risico op vorstschade bij lage buitentemperatu-
ren.
22
iTec Eco
Controleer de alarmindicator regelmatig, om er zeker van te zijn dat
de installatie correct werkt. Bij een alarm blijft de warmtepomp waar
mogelijk verwarming aan het huis leveren. In eerste instantie met de
compressor, in tweede instantie met de bijverwarming. De warmwa-
terproductie wordt gestopt om aan te geven dat er iets is gebeurd dat
aandacht vereist.
Betekenis
Er is waarschijnlijk iets gebeurd met de kabelaansluiting naar de buitensensor, de kabel
zelf of de sensor. Controleer op fysieke beschadiging. Neem contact op met uw installa-
teur als het probleem aanhoudt.
Neem contact op met uw installateur voor ondersteuning.
alarm aanhoudt.
AWIE01UG110
Thermia AB