3 Maak de kabels (voedingskabel en doorverbindingskabel) met
een kabelbinder vast aan de bevestigingsplaat van de afsluiter
en geleid de bedrading zoals aangegeven op de afbeelding
hierboven.
4 Kies een uitbreekopening en sla ze uit door met een platte
schroevendraaier en een hamer op de bevestigingspunten te
tikken.
5 Geleid de bedrading door het frame en sluit ze aan op het
frame aan de uitbreekopening.
Door het frame
Kies één van de 3 mogelijkheden:
geleiden
1
a
a Voedingskabel
Opmerking: Leg de kabel tussen de units
samen met de koelmiddelleiding. Zie
"5.6.1 De installatie van de buitenunit
voltooien" [ 4 19].
Aansluiten op het
Voor kabels die uit de unit komen, kan een
frame
beschermende mantelbuis worden
aangebracht in de uitbreekopening.
Bescherm de kabels met plastic buizen om
te voorkomen dat de rand van de
uitbreekopening in de kabels snijdt
wanneer u geen mantelbuis gebruikt.
A Binnenkant van de buitenunit
B Buitenkant van de buitenunit
a Draad
b Bus
c Moer
d Frame
e Slang
OPMERKING
Voorzorgsmaatregelen
uitbreekopeningen:
▪ Let op dat u de behuizing en de leidingen eronder niet
beschadigt.
▪ Na het uitslaan van de uitbreekopeningen, verwijdert u
best de bramen en brengt u reparatieverf aan op de
randen en de delen rond de randen om roestvorming te
voorkomen.
▪ Omwikkel de elektrische bedrading met beschermtape
om
beschadiging
uitbreekopeningen te voorkomen.
6 Breng het servicedeksel weer aan.
7 Sluit een aardlekschakelaar en een zekering aan op de
voedingslijn.
RZAG71~140N2V1+Y1
Sky Air Alpha-series
4P695306-1 – 2022.05
3
a
2
a
A
B
a
c d
b
e
bij
het
uitslaan
van
bij
het
doorvoeren
door
5.6
De installatie van de buitenunit
voltooien
5.6.1
De installatie van de buitenunit voltooien
1 Isoleer en bevestig de koelmiddelleidingen en kabels als volgt:
d
c
a
b
g
a
Gasleiding
b
Isolatie gasleiding
c
Doorverbindingskabel
d
Ter plaatse te voorziene bedrading (indien van
toepassing)
e
Vloeistofleiding
f
Isolatie vloeistofleiding
g
Afwerkingstape
2 Plaats het servicedeksel terug.
5.6.2
De isolatieweerstand van de compressor
controleren
OPMERKING
Als er zich na de installatie koelmiddel in de compressor
ophoopt, kan de isolatieweerstand over de polen dalen,
maar als die minstens 1 MΩ bedraagt, dan zal de unit niet
defect raken.
▪ Gebruik een 500 V mega-meter om de isolatie te
meten.
▪ Gebruik GEEN mega-meter voor laagspanningscircuits.
1 Meet de isolatieweerstand over de polen.
Als
≥1 MΩ
<1 MΩ
2 Schakel de stroom in en laat hem 6 uur aanstaan.
Resultaat: De compressor zal opwarmen en het eventuele
koelmiddel in de compressor verdampen.
3 Meet de isolatieweerstand opnieuw.
6
Inbedrijfstelling
Gelieve
de
gegevens
(EU)2016/2281 te bezorgen aan de klant. U vindt deze gegevens in
de
de uitgebreide handleiding voor de installateur of via de website
Daikin.
OPMERKING
Laat de unit ALTIJD werken met de thermistoren en/of
druksensoren/-schakelaars. Zo NIET kan de compressor
vuur vatten.
6.1
Controlelijst voor de
inbedrijfstelling
de
1 Controleer na de installatie van de unit de hierna vermelde
punten.
2 Sluit de unit.
3 Schakel de unit in.
6 Inbedrijfstelling
e
f
Dan
Isolatieweerstand is OK. Deze procedure
is voltooid.
Isolatieweerstand is niet OK. Ga verder
met de volgende stap.
voor
ecologisch
ontwerp
Montagehandleiding
volgens
19