5 Als de buitenunit hoger dan de binnenunit staat, bedek de
afsluiters (f, zie hierboven) dan met een afdichtmiddel om te
voorkomen dat er condenswater van de afsluiters in de
binnenunit terechtkomt.
OPMERKING
Blote leidingen kunnen condensatie veroorzaken.
6 Monteer het servicedeksel en de inlaatplaat van de leidingen.
7 Dicht alle openingen af (voorbeeld: a) om te voorkomen dat er
sneeuw of kleine dieren in het systeem terechtkomen.
a
OPMERKING
Blokkeer de ventilatieopeningen niet. Anders kan de lucht
niet goed circuleren in de unit.
WAARSCHUWING
Neem de gepaste maatregelen om te voorkomen dat
kleine dieren kunnen gaan nestelen in de unit. Kleine
dieren die in contact komen met elektrische onderdelen
kunnen storingen, rook of brand veroorzaken.
OPMERKING
Vergeet niet om na de installatie van de koelmiddelleiding
en het vacuümdrogen de afsluiters te openen. Wanneer u
het systeem probeert te gebruiken met gesloten afsluiters
kan de compressor schade oplopen.
5.3
Koelmiddelleiding controleren
5.3.1
Koelmiddelleiding controleren: Opstelling
a
A
c
R32
b
d
e
a
B
c
R32
b
d
e
A
Opstelling in het geval van paar
B
Opstelling in het geval van tweevoudig
a
Manometer
b
Stikstof
RZAG71~140N2V1+Y1
Sky Air Alpha-series
4P695306-1 – 2022.05
f
f
i
g
h
c
Koelmiddel
d
Weegapparaat
e
Vacuümpomp
f
Afsluiter
g
Hoofdleiding
h
Koelmiddelaftakset
i
Afgetakte leiding
5.3.2
Op lekkages controleren
OPMERKING
Overtreft de maximale werkdruk van de unit NIET (zie "PS
High" op het naamplaatje van de unit).
OPMERKING
Gebruik ALTIJD een aanbevolen bellentestoplossing van
bij uw groothandelaar.
Gebruik NOOIT zeepwater:
▪ Zeepwater kan componenten zoals flaremoeren of
deksels van afsluiters doen barsten.
▪ Zeepwater kan zout bevatten, dat vocht opneemt en
bevriest wanneer de leidingen koud worden.
▪ Zeepwater
bevat
flareverbindingen kan veroorzaken (tussen de messing
flaremoer en de koperen flare).
1 Vul het systeem met stikstofgas tot op een manometerdruk van
minstens 200 kPa (2 bar). Het is aanbevolen de druk tot
3000 kPa (30 bar) te verhogen om kleine lekken te vinden.
2 Test op lekkages door de bubbeltestoplossing op alle
verbindingen aan te brengen.
3 Verwijder alle stikstofgas.
5.3.3
Vacuümdrogen
OPMERKING
▪ Sluit de vacuümpomp aan op zowel de servicepoort
van de gasafsluiter als de servicepoort van de
vloeistofafsluiter voor een betere efficiëntie.
▪ Zorg ervoor dat de gasafsluiter en vloeistofafsluiter
goed gesloten zijn alvorens over te gaan tot de lektest
of het vacuümdrogen.
1 Vacumeer het systeem tot de druk op het verdeelstuk −0,1 MPa
(−1 bar) aangeeft.
2 Wacht 4-5 minuten en controleer de druk:
Indien de druk...
Niet verandert
Stijgt
3 Vacumeer het systeem minstens 2 uur tot een meterdruk van
−0,1 kPa (–1 bar).
4 Controleer na het uitschakelen van de pomp de druk gedurende
minstens 1 uur.
5 Indien u het beoogd vacuüm NIET kunt bereiken of het vacuüm
NIET gedurende 1 uur kunt bewaren, doe dan het volgende:
▪ Controleer opnieuw op lekken.
▪ Vacuümdroog opnieuw.
OPMERKING
Vergeet niet om na de installatie van de koelmiddelleiding
en het vacuümdrogen de afsluiters te openen. Wanneer u
het systeem probeert te gebruiken met gesloten afsluiters
kan de compressor schade oplopen.
5 Installatie
ammoniak,
dat
corrosie
van
Dan...
Er zit geen vocht in het
systeem. Deze procedure is
voltooid.
Er zit vocht in het systeem. Ga
verder met de volgende stap.
Montagehandleiding
13