Geluidstracks gebruiken
worden overschreden, zal een scherm
verschijnen, waarin gevraagd wordt of u
de lengte van de song werkelijk langer wilt
maken. Als u op [F8 (Exec)] drukt, wordt
de song automatisch zoveel verlengd als
nodig is om het nieuw ingevoegde sample
event te kunnen herbergen.
Het geselecteerde sample event
uit een geluidstrack verwijderen
(Delete)
1.
Gebruik [CURSOR] om het sample
event, dat u uit een geluidstrack wilt
verwijderen, te selecteren.
2.
Druk op [F7 (Delete)].
Het geselecteerde sample event zal uit de
track worden verwijderd.
* Hiermee wordt alleen het sample event verwij-
derd. De data zelf blijft in de sample lijst
bestaan.
Een sample event kopiëren (Copy)
Op deze manier kopieert u het huidig geselec-
teerde sample event.
1.
Gebruik [CURSOR] om het sample
event, dat u wilt kopiëren, te selecteren.
2.
Druk op [F8 (Copy)].
Het op dat moment geselecteerde sample
event wordt gekopieerd naar de locatie,
die direct op het event zelf volgt.
Als door het kopiëren van het sample
event de track de lengte van de song
overschrijdt, zal in een scherm gevraagd
worden of u de lengte van de song
werkelijk langer wilt maken. Als u op [F8
(Exec)] drukt, zal de song automatisch
zoveel verlengd worden als nodig is om
het gekopieerde sample event te kunnen
herbergen.
Een sample wegdoen (Unload
Sample)
Met deze operaties wordt het huidig geselec-
teerde sample event verwijderd en tevens uit de
18
sample lijst verwijderd.
1.
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [F5
(Unload Sample)].
Middels een bericht wordt om een
bevestiging gevraagd.
2.
Druk op [F8 (Exec)] om uit te voeren.
* Indien u besluit te annuleren, drukt u op [F7
(Cancel)].
De inhoud van de tracks in één
geluidstrack samenvoegen
(Mixdown)
Met deze operatie kunt u een regio specificeren
en dan worden de uitvoeringen van alle
geluidstracks en MIDI tracks in één enkele track
samengevoegd.
Nadat een sample op deze manier is gecreëerd,
kunt u deze als de geluidsdata voor een indivi-
duele song op uw computer opslaan.
1.
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [F1
(Mixdown)].
De [REC] indicator knippert en het
Mixdown Standby venster zal verschijnen.
2.
In het Mixdown Standby venster
specificeert u de regio, waarop u de
mixdown wilt toepassen.
Met [CURSOR] verplaatst u de cursor naar
elke parameter en draai aan de VALUE
knop of gebruik [INC][DEC] om de
waarde in te stellen.
fig.02-xx_40
• Start Point
Specificeer de maat waarop de mixdown
moet beginnen.
• End Point
Specificeer de maat, waarop de mixdown
moet eindigen.