7.
Als het motoroliepeil niet goed is, vul dan olie
bij of tap olie af tot het peil goed is; raadpleeg
Motorolie verversen (bladz.
Motorolie verversen
Onderhoudsinterval: Na de eerste 20 bedrijfsuren
Om de 100 bedrijfsuren
WAARSCHUWING
De olie kan heet zijn nadat de motor heeft
gelopen; contact met hete olie kan ernstig
brandwonden veroorzaken.
Vermijd contact met hete motorolie als u deze
aftapt.
1.
Zet de motor uit en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn; raadpleeg
De machine klaarmaken voor onderhoud (bladz.
12).
2.
Til de motor van de grond en zet een opvangbak
onder de aftapplug om de olie op te vangen.
3.
Verwijder de aftapplug
4.
Als alle olie is afgetapt, laat u de motor op de
grond zakken, plaatst u de aftapplug en ring
terug, en zet u de plug vast met een torsie van
18 N·m.
Opmerking:
Geef de oude olie af bij een
erkend recyclingcentrum.
5.
Verwijder de peilstok en giet langzaam olie in de
vulopening totdat de olie het juiste peil bereikt
heeft.
6.
Zorg ervoor dat de olie het juiste niveau heeft
op de peilstok; raadpleeg
controleren (bladz.
7.
Plaats de peilstok terug en bevestig hem.
8.
Veeg eventueel gemorste olie weg.
9.
Sluit de bougiekabel aan op de bougie.
14).
(Figuur
16).
Het motoroliepeil
13).
Onderhoud van het
luchtfilter
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Om de 50 bedrijfsuren
Om de 300 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij
de kortste periode aan)
Belangrijk:
Laat de motor nooit zonder luchtfilter
draaien; dit veroorzaakt ernstige motorschade.
1.
Zet de motor uit en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn; raadpleeg
De machine klaarmaken voor onderhoud (bladz.
12).
2.
Draai de vleugelmoer los waarmee het
luchtfilterdeksel vastzit
3.
Verwijder het luchtfilterdeksel.
Opmerking:
het luchtfilterdeksel in de basis valt.
4.
Verwijder het schuimelement en het
papierelement uit de basis.
5.
Trek het schuimelement van het papierelement.
6.
Inspecteer het schuimelement en het
papierelement; vervang deze als ze beschadigd
is of heel erg vuil.
14
(Figuur
18).
Zorg ervoor dat er geen vuil van