Inbedrijfstelling via webinterface
6
De oplader beschikt over een ingebouwd toegangspunt voor inbedrijfstelling en verbinding
met andere apparatuur.
6.1
Een netwerkverbinding maken
Nadat de oplader is aangezet, moet u een draadloze verbinding maken tussen de oplader
en uw mobiele apparaat of laptop.
•
De oplader is ingeschakeld.
•
Er is een wifinetwerk beschikbaar.
Het wifinetwerk van de oplader blijft niet langer dan 15 minuten actief. Als het
netwerk wordt uitgeschakeld, start u de oplader opnieuw op om de
netwerkverbinding te herstellen.
Om mogelijke interferentie te voorkomen, wordt aanbevolen de vliegtuigmodus
aan te zetten wanneer u verbinding maakt met het wifinetwerk van de oplader.
30
Abbildung 6-1 Webinterface