Gebruikershandleiding
Schritt 2 Bevestig de oplader.
1
Plaats de paal op een vaste, vlakke ondergrond en markeer de plek van de
boorgaten.
2
Gebruik een boorhamer om de gaten te boren. (Diameter: 12 mm; diepte: 70 mm)
3
Plaats de pluggen in de gaten.
4
Draai de keilbouten vast.
5
Controleer of de paal goed vastzit.
Schritt 3 Monteer de achterste montageplaat en de laadkabelhouder op de paal.
1
Plaats de gaten in de achterste montageplaat op de boorgaten in de paal en zet de
montageplaat met schroeven vast op de paal.
2
Plaats de gaten in de kabelhouder op de boorgaten in de paal en zet de houder met
schroeven vast op de paal.
3
Controleer of de montageplaat en de laadkabelhouder goed vastzitten.
3 Installatie
21