4.5
Afstandsbediening/ EnOcean
(alleen DL 50 WE2/WH2)
4.5.1
EnOcean interface
DL 50 WE2 en WH2 zijn standaard uitgerust met een EnOcean-
interface. Voor bediening via EnOcean draadloze technologie
kunnen geschikte afstandsbedieningsschakelaars, sensoren of
een centrale bediening worden geregistreerd op de ventilatie-
eenheid.
De volgende EEP draadloze protocollen zijn geïmplementeerd:
-
F6-02-01 / afstandsbedieningsschakelaar
-
A5-04-01 / afstandssensor
-
A5-09-04 / afstandssensor
-
D2-50-00,01 / centrale bediening, gateway
Een gedetailleerde beschrijving van de draadloze
telegrammen is te vinden in de EnOcean Equipment
Profiles / EEP-specificaties (download: www.enocean-
alliance.org/eep). Verdere informatie over de draadloze
technologie en positie- en bereikplanning is te vinden op
www.enocean-alliance.org.
i
OPMERKING
Volg de installatie- en bedieningsinstructies voor de
draadloze componenten die moeten worden geregistreerd!
EEP D2-50 is specifiek afgestemd op de ventilatie-eenheid.
Met componenten van andere leveranciers zijn mogelijk
niet alle functies relevant en beschikbaar voor gebruik.
4.5.2
Registeren/deregistreren draadloze componenten
"Tot 5 componenten voor afstandsbediening via EnOcean
draadloze technologie kunnen worden geregistreerd op het
ventilatiesysteem (afstandsbediening, sensor, centrale
bediening/gateway). De instelling gebeurt in het
gebruikersmenu (toets ▲ 3 sec. ingedrukt houden totdat M
verschijnt) bij het menu-item RC – afstandsbediening."
i
OPMERKING
Draadloze componenten kunnen op meerdere ventilatie-
eenheden worden geregistreerd en deze tegelijkertijd bedienen
"Het registreren van een bedieningsschakelaar of afstandssensor"
1. Open het gebruikersmenu "RC" op het ventilatiesysteem.
2. Selecteer een vrij kanaal uit de 5 beschikbare kanalen.C1,
C2, C3, C4 or C5
3. Activeer de registratie: Druk op de ▲ toets gedurende 1
seconde totdat de registratiemodus is geactiveerd. Het
beeld flikkert.
4. Bevestig de registratie: Druk op de toets op de schakelaar/
sensor die geregistreerd moet worden binnen 30 seconden
(volg de instructies voor het te registreren component).
5. Het display knippert niet meer en er verschijnt een X.. in
plaats van de C.., het component is geregistreerd, het
kanaal is bezet. Herhaal de stappen voor verdere
componenten.
i
OPMERKING
Een externe sensor beïnvloedt de automatische werking van
het ventilatiesysteem, net zoals de optionele geïntegreerde
binnenluchtsensor. Als het ventilatiesysteem meerdere
sensoren parallel gebruikt, vindt de regeling plaats op basis
van het hoogste regelsignaal
© Dimplex · Installatie and service instructies DL50W-2
Registratie van de centrale bediening/gateway.
1. Centrale bediening of gateway: Activeer de
registratiemodus.
2. Ventilatie-eenheid: Open het gebruikersmenu RC.
3. Selecteer het kanaal C1, C2, C3, C4 of C5.
4. Bevestig de registratie: Druk op de ▲-toets
gedurende 1 seconde.
5. In plaats van de C.. toont de kanaalaanduiding een
Y.. als een gateway met EEP D2-50 is gedetecteerd.
i
OPMERKING
De communicatie en functie van de ventilatie-eenheid en
centrale bediening zijn afhankelijk van de implementatie van
het draadloze protocol en de programmering in de gateway.
Deregisteren van externe componenten
1. Open het gebruikersmenu RC op het ventilatietoestel
2. Selecteer kanaal X1, X.., of Y1, Y.. met de toewijzing
die moet worden verwijderd
3. Activeer de uitschrijving: Druk op de ▲ toets
gedurende 1 seconde totdat de kanaalaanduiding
knippert
4. Bevestig de uitschrijving: Druk nogmaals op de ▲
toets gedurende 1 seconde
5. Het display voor de kanaalaanduiding verandert terug
van X.. of Y.. naar C.., het betreffende externe
onderdeel is uitgeschreven van het kanaal. Herhaal
de stappen voor extra kanalen.
Het draadloze bereik verminderen
Als componenten niet worden gedetecteerd en het
vermoeden bestaat dat het ventilatietoestel andere
componenten foutief detecteert (bijvoorbeeld in een naburig
appartement), kan het draadloze bereik tijdelijk worden
verminderd:
1. Open het gebruikersmenu RC op het ventilatietoestel
2. Selecteer het menu-item r (volgt na kanaal C5) en wijzig
de parameter van r2 naar r1
3.Ga verder met punt 2 voor het registreren, zoals
hierboven beschreven
i
OPMERKING
De draadloze reikwijdte wordt automatisch gereset naar
r2 = standaard na het verlaten van het RC-menu.
Installatie
17
NL