7 Inbedrijfstelling
7.2.1
Het watercircuit ontluchten
1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op Installateur.
Zie
"Het gebruikertoegangsniveau wijzigen" op
pagina 25.
2 Ga naar [A.3]: Inbedrijfstelling > Ontluchting.
3 Selecteer OK om te bevestigen.
Resultaat: Het ontluchten begint. Het stopt
automatisch wanneer de ontluchtingscyclus is
voltooid.
Om het ontluchten handmatig te stoppen:
1 Ga naar Ontluchting stoppen.
2 Selecteer OK om te bevestigen.
7.2.2
Het pekelcircuit ontluchten
Het pekelcircuit kan op twee manieren worden ontlucht:
▪ met een pekelvulstation (ter plaatse te voorzien)
▪ met een pekelvulstation (ter plaatse te voorzien) in combinatie met
de pekelpomp van de unit zelf
Volg in beide gevallen de aanwijzingen die u met het pekelvulstation
ontving. De tweede manier mag alleen worden gebruikt als het
pekelcircuit NIET met een pekelvulstation kon worden ontlucht. Voor
meer informatie, zie "Ontluchten met een pekelvulstation" in de
uitgebreide handleiding voor de installateur.
Als het pekelcircuit een pekelbuffervat bevat of als het pekelcircuit
uit een horizontale lus bestaat in plaats van een verticaal boorgat,
zal u vermoedelijk meer moeten ontluchten. U kunt gebruik maken
van de 10-daagse werking glycolpomp. Zie
durende werking van de pekelpomp starten of stoppen" op
pagina 35
voor meer informatie.
7.2.3
Om te proefdraaien
1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op Installateur.
Zie
"Het gebruikertoegangsniveau wijzigen" op
pagina 25.
2 Ga naar [A.1]: Inbedrijfstelling > Testbedrijf
werking.
3 Selecteer een test in de lijst. Voorbeeld:
Verwarming.
4 Selecteer OK om te bevestigen.
Resultaat: Het proefdraaien start. Het proefdraaien
stopt automatisch wanneer voltooid (±30 min).
Om het proefdraaien handmatig te stoppen:
1 Ga naar Stop testrun.
2 Selecteer OK om te bevestigen.
Indien de installatie van de unit correct werd uitgevoerd, zal de unit
tijdens het testen opstarten in de geselecteerde bedrijfsmodus.
Tijdens het testen kan de correcte werking van de unit gecontroleerd
worden door de aanvoerwatertemperatuur (verwarm-/koelstand) en
de tanktemperatuur (stand warm tapwater) op te volgen.
Om de temperatuur te controleren:
1 Ga naar Sensoren.
2 Selecteer de temperatuurgegevens.
7.2.4
Stelmotoren proefdraaien
Het proefdraaien van de stelmotoren dient om de werking van de
verschillende stelmotoren te controleren (wanneer u bijv. Pomp
selecteert, zal het proefdraaien van de pomp starten).
Installatiehandleiding
34
1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op Installateur.
Zie
—
pagina 25.
2 Ga naar [A.2]: Inbedrijfstelling > Testbedrijf
stelmotoren.
3 Selecteer een test in de lijst. Voorbeeld: Pomp.
4 Selecteer OK om te bevestigen.
Resultaat: Het proefdraaien van de stelmotor start.
Als het proefdraaien automatisch stopt wanneer het
voltooid is (±30 min voor Pomp, ±120 min voor
—
Glycolpomp, ±10 min voor de andere testen).
Om het proefdraaien handmatig te stoppen:
1 Ga naar Stop testrun.
2 Selecteer OK om te bevestigen.
Mogelijke vormen van proefdraaien voor de
stelmotoren
▪ Back-upverwarming
beschikbaar indien geen stroomsensoren worden gebruikt)
▪ Back-upverwarming
beschikbaar indien geen stroomsensoren worden gebruikt)
▪ Pomp-test
"7.2.6 De 10 dagen
▪ Afsluiter-test
▪ Tweewegklep-test
▪ Bivalent signaal-test
▪ Alarm uitgang-test
▪ Koel-verwarmsignaal-test
—
▪ Omlooppomp SWW-test
▪ Back-upverwarming fase 1-test (capaciteit van 3 kW, alleen
beschikbaar indien stroomsensoren worden gebruikt)
▪ Back-upverwarming fase 2-test (capaciteit van 3 kW, alleen
beschikbaar indien stroomsensoren worden gebruikt)
▪ Back-upverwarming fase 3-test (capaciteit van 3 kW, alleen
beschikbaar indien stroomsensoren worden gebruikt)
▪ Glycolpomp-test
—
7.2.5
Voorwaarden:
▪ Zorg ervoor dat de werking volledig is uitgeschakeld. Ga naar [C]
In
Ruimteverwarming/-koeling
warmwatertank uit.
▪ Zorg
Vloerverwarming ingesteld zijn.
1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op Installateur.
Zie
pagina 25.
2 Ga naar [A.4]: Inbedrijfstelling > Dekvloer
droging.
3 Selecteer een droogprogramma: ga naar Programma
en gebruik het programmeringsscherm UFH
Dekvloer drogen.
"Het gebruikertoegangsniveau wijzigen" op
1-test (capaciteit van 3 kW, alleen
2-test (capaciteit van 6 kW, alleen
INFORMATIE
Zorg ervoor de het systeem volledig ontlucht is vooraleer
proef te draaien. Vermijd tevens storingen in het
watercircuit tijdens het proefdraaien.
De dekvloer van de vloerverwarming
drogen
werking en schakel de bedrijven [C.1] Kamer, [C.2]
en
ervoor
dat
[2.7]
en
[3.7]
"Het gebruikertoegangsniveau wijzigen" op
—
—
Sanitaire
[C.3]
Afgiftesysteem
op
—
EGSAH/X06+10DA9W(G)
Daikin Altherma 3 GEO
4P569811-1 – 2019.02