5 Elektrische installatie
4.3.3
Het ruimteverwarmingscircuit vullen
Gebruik
een
ter
plaatse
ruimteverwarmingscircuit te vullen. Controleer of u voldoet aan de
geldende wetgeving.
OPMERKING
▪ De aanwezigheid van lucht in het watercircuit kan de
back-upverwarming slecht doen werken. Tijdens het
vullen kan wellicht niet alle lucht uit het circuit worden
verwijderd. De resterende lucht zal tijdens de eerste
uren in bedrijf van het systeem via de automatische
ontluchtingsventielen verwijderd worden. Achteraf kan
het nodig zijn extra water te moeten bijvullen.
▪ Om het systeem te ontluchten, gebruik de speciale
functie
zoals
"7 Inbedrijfstelling" op
principe gebruikt worden om de warmtewisselaar van
de tank voor warm tapwater te ontluchten.
4.3.4
De tank voor warm tapwater vullen
1 Open om beurt elke warmwaterkraan om de leidingen van het
systeem te ontluchten.
2 Open de toevoerkraan van het koud water.
3 Sluit alle waterkranen nadat alle lucht uit de leidingen is
verwijderd.
4 Controleer op waterlekkages.
5 Bedien
handmatig
overdrukveiligheidsklep om zeker te zijn dat het water
ongehinderd doorheen de afvoerleiding kan vloeien.
4.3.5
De waterleidingen isoleren
Alle leidingen in het hele watercircuit MOETEN worden geïsoleerd
om verminderde verwarmingscapaciteit te voorkomen.
Vergeet niet dat er tijdens het koelen condensatie op de
ruimteverwarmingsleidingen kan optreden. Voorzie aangepaste
isolatie voor deze leidingen.
5
Elektrische installatie
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
WAARSCHUWING
Gebruik
ALTIJD
een
stroomtoevoerkabel.
VOORZICHTIG
Duw of leg GEEN overtollige kabellengte in de unit.
OPMERKING
De afstand tussen de kabels voor hoge spanning en deze
voor lage spanning moet minstens 50 mm bedragen.
5.1
Over het voldoen aan de normen
inzake elektriciteit
Voor de modellen EGSAH/X06+10DA9W(G), is de volgende
bewering...
De apparatuur voldoet een de norm EN/IEC 61000-3-12 (Europese/
internationale technische norm die de grenzen vastlegt inzake
harmonische stromen geproduceerd door apparatuur aangesloten
op openbare laagspanningssystemen met een ingangsstroom >16 A
en ≤75 A per fase).
Installatiehandleiding
12
te
voorziene
vulkit
om
beschreven
in
hoofdstuk
pagina 33. Deze functie moet in
de
ter
plaatse
geplaatste
meeraderige
kabel
...in de volgende gevallen waar:
#
Elektrische voeding
het
1 Gecombineerde elektrische voeding
(1N~, 50 Hz, 230 V AC)
C1
1N~, 50 Hz,
230 V AC
2 Gescheiden elektrische voeding
(2×(1N~, 50 Hz, 230 V AC))
1N~, 50 Hz,
230 V AC
C5
C1
1N~, 50 Hz,
230 V AC
(a)
Voor meer bijzonderheden over C1 en C5, zie
hoofdvoeding aansluiten" op
(b)
Normale werking: back-upverwarming = maximum 3 kW
Noodbedrijf: back-upverwarming = maximum 6 kW
5.2
Overzicht van de elektrische
verbindingen voor de uitwendige
en inwendige stelmotoren
Onderdeel
Elektrische voeding
Afstandbuitensensor
Afsluiter
Elektriciteitsmeter
als
Pomp voor warm
tapwater
Alarmuitgang
Bediening
ruimtekoeling/-
verwarming
Omschakeling naar
externe
warmtebronregeling
Digitale ingangen
energieverbruik
Veiligheidsthermostaat Zie
Lagedrukschakelaar
pekel
Aansluitingen LAN-
adapter
(a)
Bediening
Normaal of noodbedrijf
Noodwerking
pagina 13.
Beschrijving
Zie
"5.3 De hoofdvoeding aansluiten" op
pagina 13.
Zie
"5.4 De afstandstemperatuursensor
aansluiten" op
pagina 15.
Zie
"5.5 De afsluiter aansluiten" op
pagina 16.
Zie
"5.6 De elektriciteitsmeters
aansluiten" op
pagina 16.
Zie
"5.7 De pomp van het warm tapwater
aansluiten" op
pagina 17.
Zie
"5.8 De alarm-output aansluiten" op
pagina 17.
Zie
"5.9 De AAN/UIT-output van de
ruimtekoeling/verwarming aansluiten" op
pagina 18.
Zie
"5.10 De omschakeling naar de externe
warmtebron aansluiten" op
pagina 19.
Zie
"5.11 De digitale inputs voor het
energieverbruik aansluiten" op
pagina 19.
"5.12 De veiligheidsthermostaat
(normaal gesloten contact) aansluiten" op
pagina 20.
Zie
"5.13 De lagedrukschakelaar van de
pekel aansluiten" op
pagina 20.
Zie
"5.14 LAN-adapter" op
pagina 21.
EGSAH/X06+10DA9W(G)
Daikin Altherma 3 GEO
4P569811-1 – 2019.02
(b)
"5.3 De