• Het geëxporteerde configuratiebestand wordt met een wachtwoord beveiligd. Dit kan niet worden
uitgebreid.
Configuratie-instellingen importeren
• Plaats geen USB-geheugenkaart als er een configuratiebestand wordt geïmporteerd.
• Bewerk een configuratiebestand niet. Als er een bewerkt configuratiebestand wordt geïmporteerd,
werkt het systeem mogelijk niet goed.
• Wijzig de bestandsnaam van een configuratiebestand niet. Een configuratiebestand waarvan de
naam is gewijzigd, kan niet worden geïmporteerd.
U kunt geëxporteerde Beheerdersinstellingen importeren door
pictogram te gebruiken. Als het importeren is voltooid, wordt het systeem opnieuw opgestart.
1.
Sla een bestand met configuratie-instellingen op in de hoofdmap van de USB-
geheugenkaart.
2.
Druk op
, het Apparaatconfiguratie importeren-pictogram.
Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven.
3.
Plaats de USB-geheugenkaart met het bestand in een USB-poort aan de zijkant van het
scherm.
Plaats slechts één USB-geheugenkaart.
4.
Als er een bericht wordt weergegeven, druk dan op [OK].
5.
Selecteer het bestand dat u wilt importeren uit de weergegeven lijst en druk op [OK].
Het importeren begint. Als het importeren voltooid is, wordt er een bericht weergegeven met de
vraag opnieuw op te starten.
6.
Druk op [OK].
• Als uw systeemversie niet overeenkomt met de versie van het geïmporteerde bestand, zal het
importeren mislukken.
• Als er tijdens het importeren een fout optreedt, worden sommige instellingen die zijn geïmporteerd
voordat de fout optrad, toegepast.
De instellingen van de USB-geheugenkaart configureren
Druk op
, het Instellingen USB-geheugenapparaat-pictogram om toegang tot het USB-geheugen in of
uit te schakelen.
Als het USB-geheugen is ingeschakeld, wordt dit door het systeem herkend.
Wat u met de Beheerdersinstellingen kunt doen
, het Apparaatconfiguratie importeren-
67