FineLine 300HD Plasma System
A.4.3 Plasmasnijkabels
De plasmasnijkabels moeten zo kort mogelijk worden gehouden en dicht bij elkaar
worden geplaatst, op of dicht bij de vloer.
A.4.4 Signaalaarde
Het wordt aangeraden om alle metalen onderdelen in de plasmasnij-installatie en de
aangrenzende onderdelen te verbinden. Metalen componenten die aan het werkstuk zijn
bevestigd, verhogen echter het risico dat de bediener een schok kan krijgen door deze metalen
componenten en de elektrode tegelijkertijd aan te raken. De bediener moet geïsoleerd worden
van al deze met elkaar verbonden metalen onderdelen.
A.4.5 Aarding van het werkstuk
Wanneer het werkstuk niet aan de aarde verbonden is om reden van elektrische veiligheid of
vanwege zijn afmeting en positie, bijvoorbeeld de romp of het bouwstaal van het schip, kan
een verbinding die het werkstuk aan de aarde verbindt de emissies in sommige, maar niet in
alle gevallen verminderen. Er moet worden voorkomen dat de aarding van het werkstuk de
kans op letsel bij gebruikers of schade aan andere elektrische apparatuur vergroot. Waar
nodig, moet het werkstuk via een directe verbinding met de aarde worden verbonden. In
sommige landen waar een directe verbinding niet is toegestaan, moet de verbinding echter tot
stand worden gebracht door middel van een geschikte, volgens de nationale voorschriften
gekozen capaciteit.
A.4.6 Screening en afscherming
Een selectieve screening en afscherming van andere kabels en apparatuur in het omliggende
gebied kan interferentieproblemen verminderen. Screening van de gehele lasinstallatie kan
worden overwogen voor speciale toepassingen.
Deze informatie is onderworpen aan de controles van de Export Administration Regulations [EAR]. Deze informatie mag niet worden
verstrekt aan niet-Amerikaanse personen of op enige wijze worden overgedragen naar een locatie buiten de Verenigde Staten die in
strijd is met de vereisten van de EAR.
Pagina 118 van 125
BK8053-000107 Rev. C