4-2
Voordat u om hulp vraagt
Controleer volgende onderdelen voordat u om hulp vraagt. Als het probleem blijft bestaan, neem dan contact op met het
dichtstbijzijnde Samsung Electronics-servicecentrum.
ER VERSCHIJNT EEN LEEG SCHERM / IK KAN HET PRODUCT NIET AANZETTEN
Is het netsnoer correct aangesloten?
Wordt het pictogram <Check Signal Cable> op het scherm
weergegeven?
Wordt het pictogram <Optimum resolution> op het scherm
weergegeven?
Verschijnt het pictogram <power saving mode> en wordt na
vijf seconden een zwart scherm weergegeven?
DE KLEUREN ZIJN VREEMD / HET BEELD WORDT ZWART-WIT WEERGEGEVEN
Wordt het hele scherm weergegeven in dezelfde kleur alsof u
ernaar kijkt door gekleurd papier?
Is de grafische kaart correct geconfigureerd?
HET WEERGAVEGEBIED SPRINGT PLOTSELING NAAR EEN HOEK OF NAAR HET MIDDEN.
Hebt u de grafische kaart of een stuurprogramma gewijzigd?
Hebt u de juiste resolutie en frequentie voor het product inge-
steld?
Is de grafische kaart correct geconfigureerd?
Hebt u de juiste resolutie en frequentie voor het product inge-
steld?
Problemen oplossen
Controleer of het netsnoer goed is aangesloten.
Controleer de kabel waarmee computer en product zijn ver-
bonden.
Dit treedt op wanneer het signaal vanaf de grafische kaart de
maximale resolutie of maximale frequentie van het product
overschrijdt.
Stel in dat geval de juiste resolutie en frequentie in voor het
product.
1. Dit pictogram wordt weergegeven voordat het product naar
de energiebesparingsmodus schakelt. Om de normale
werking te herstellen, klikt u op de muis of drukt u op een
willekeurige toets op het toetsenbord.
2. Wanneer het product zich in de energiebesparingsmodus
bevindt, wordt meteen het pictogram <power saving mode>
weergegeven wanneer u op deze toets drukt. Het product
schakelt binnen vijf seconden weer naar de
energiebesparingsmodus.
3. Wanneer het pictogram <power saving mode> op het
scherm wordt weergegeven, wordt de monitor
uitgeschakeld wanneer u op deze knop drukt.
Controleer de kabelaansluiting met de computer.
Steek de grafische kaart opnieuw en helemaal in de compu-
ter.
Stel de grafische kaart in volgens de gebruiksaanwijzing.
Druk op deze knop om de functie voor het automatisch afstel-
len uit te voeren.
Stel de resolutie en de frequentie in op de juiste waarden op
de grafische kaart.
raadpleeg de (tabel Standaardsignaalmodi)
Stel de grafische kaart in volgens de gebruiksaanwijzing.
HET BEELD IS NIET SCHERP.
Stel de resolutie en de frequentie in op de juiste waarden op
de grafische kaart.
raadpleeg de (tabel Standaardsignaalmodi)
4-2