Het objectief gebruiken
Onderdelen van het objectief: Namen en
functies
De onderdelen van het objectief worden hieronder vermeld.
1
Instelring
・ Autofocusstand geselecteerd:
Draai aan de ring om een instelling zoals [Scherpstelling (M/A)] of
[Diafragma] aan te passen die is toegewezen via de camera. Zie voor meer
informatie de beschrijving van [Aangepaste knoptoewijzing], [Aangepaste
knoppen] of [Aangepaste knoppen (opname)] in de documentatie die bij
de camera is geleverd.
・ Handmatige scherpstelling geselecteerd:
Draai aan de ring om scherp te stellen.
2
Objectiefbevestigingsmarkering
Gebruik bij het bevestigen van het objectief op de camera.
"Bevestiging en verwijdering" (pagina 8)
0
3
CPU-contacten
Wordt gebruikt om gegevens naar en van de camera over te zetten.
6
Onderdelen van het objectief: Namen en functies