7 Kies in het gedeelte Mixer device (Mixer-apparaat) de optie Back Line In/
Mic, Front Line In (Line In/Mic op de achterkant of Line In op de
voorkant) uit het vervolgmenu. Klik op OK.
8 Nu wordt het venster Opnameregeling geopend, waarin aangegeven staat of
Ingang 1 of 2 geselecteerd is. De ingang-connector waarop u de kabel aansluit
wordt gebruikt. Als u echter de connector Mic op de achterkant van de
computer wilt gebruiken, klikt u op het selectievakje Selecteren onder
Microfoon, zodat dit vakje wordt gemarkeerd.
De Sound Effect Manager gebruiken
(6-connector)
De Sound Effect Manager heeft vier knoppen, waarmee u de regelschermen kunt
weergeven.
Ga als volgt te werk om de Sound Effect Manager te openen:
1 Klik op Start in de taakbalk.
2 Kies Configuratiescherm.
3 Klik, indien aanwezig, op Spraak, geluiden en audioapparaten.
4 Klik op Sound Effect Manager. Het venster wordt geopend.
5 Klik op een van de knoppen nabij de bovenkant van het venster om het
betreffende regelscherm te zien.
De regelschermen van de Sound Effect Manager:
• Geluidseffect – hiermee selecteert u de instellingen Omgeving en Equalizer.
Hier kunt u een omgeving selecteren, zoals Onder water of Auditorium.
Om de Equalizer te gebruiken klikt u op de aan-/uitknop in het midden van de
cirkelvormige regelaar; nu wordt de Equalizer geactiveerd. Nu kunt u op een
vooraf ingestelde knop klikken, zoals Pop of Live, of handmatig uw eigen
voorkeuren instellen en deze dan voor later gebruik opslaan.
• Luidsprekerconfiguratie – hiermee selecteert u het aantal luidsprekers en
geeft u de aansluitingshandleiding weer; deze optie bevat tevens de knop
Luidsprekertest om de luidsprekers mee te testen. Als in de
aansluitingshandleiding bij een connector geen beschrijvende tekst vermeld
staat, betekent dit dat die connector voor de gekozen luidsprekerconfiguratie
niet wordt gebruikt.
• Digitale Audio – hiermee selecteert u de output en de frequentie van de
digitale audio voor de digitale audio-connectoren van de computer.
21
Geluid instellen