Gebruikershandleiding
Symbool
Betekenis
COMPRESSOR – geeft aan dat de compressor in bedrijf is.
BLIKSEMSCHICHT – geeft aan dat het elektrische verwarmingselement in bedrijf is. Het getal geeft aan welke bijko-
mende trap geactiveerd is.
HUIS – geeft aan dat de warmtepomp warmte voor het verwarmingssysteem produceert.
KRAAN – geeft aan dat de warmtepomp warmte voor de boiler produceert.
F
FLOWSENSOR – een F geeft aan dat er voldoende debiet is.
KLOK – geeft aan dat de kamerverlaging actief is.
BOILER – geeft het warmwaterpeil in de boiler aan. Wanneer warm water geproduceerd wordt, wordt dit aangege-
ven met een knipperend niveaupictogram. Een bliksemschichtsymbool naast dit symbool geeft aan dat doorverwar-
ming wordt uitgevoerd (antilegionellafunctie).
VIERKANT – geeft aan dat de bedrijfspressostaat gebruikt werd of dat de drukleidingtemperatuur de maximumtem-
peratuur bereikt heeft.
ONTDOOIPERIODE – wordt weergegeven wanneer de ontdooifunctie actief is (is van toepassing op Atria).
VENTILATOR – wordt weergegeven wanneer de ventilator actief is (is van toepassing op Atria). L = klein toerental, H
= groot toerental
KOELING – wordt weergegeven als er gekoeld wordt. A = actieve koeling.
De volgende bedrijfsinformatie kan eveneens te zien zijn:
Melding
Betekenis
KAMER
Toont de ingestelde KAMER-waarde. Standaardwaarde: 20 °C.
Als de ruimtesensor (accessoire) geïnstalleerd is, wordt de werkelijke temperatuur gegeven, terwijl de ge-
wenste binnentemperatuur tussen haakjes weergegeven wordt.
START
Geeft aan dat er warmte of warm water geproduceerd moet worden en dat de warmtepomp zal starten.
EVU-STOP
Geeft aan dat de bijkomende EVU-functie actief is. Dit betekent dat de warmtepomp uit is zolang EVU actief
is.
GEEN WARMTEVRAAG
Geeft aan dat er geen vraag is naar de productie van warmte of warm water.
WARMTEPOMP START --
Geeft aan dat er behoefte is aan warmte- of warmwaterproductie en dat de warmtepomp over XX minuten
XX
zal starten.
WARMTEPOMP+BIJ-
Geeft aan dat de warmteproductie actief is, zowel met de compressor als met het elektrische verwarmings-
VERW.
element.
START_MIN
Geeft aan dat er vraag is naar warmte- of warmwaterproductie, maar dat een startvertraging actief is.
BIJVERWARM.
Geeft aan dat er vraag is naar bijverwarming.
KOELING
Wordt weergegeven wanneer passief gekoeld wordt.
ACTIEVE KOELING
Wordt weergegeven wanneer actief gekoeld wordt.
ONTDOOIPERIODE X(Y)
Wordt weergegeven wanneer de ontdooifunctie actief is. X toont de werkelijk bereikte temperatuur. Y geeft
aan bij welke temperatuur de ontdooiing compleet is (is van toepassing op Atria).
Thermia Värmepumpar
Warmtepompen voor woningen
VUGFD310
11