Inhoudsopgave
Advertenties
Installatiehandleiding
8.4
Koeling (standaard in Calibra Cool-model)
Producten waarbij koeling is geïnstalleerd, kunnen tijdens het zomerseizoen een extra comfortabel binnenklimaat bieden. Wanneer
koeling is geïnstalleerd, is het koelmenupictogram
Om de huidige koelinstellingen weer te geven en te wijzigen:
1. Druk op
op het startscherm om het menuscherm te openen.
2. Druk op
3. Voer de gewenste wijzigingen door.
4. Bevestig de instellingen door op
8.5
Koeling zonder ruimtesensor binnen (standaard)
De koelfunctie wordt automatisch geactiveerd in het koelseizoen (hiervoor moet seizoensstart voor koeling worden ingesteld op de
buitentemperatuur waarbij koeling gewoonlijk gewenst is).
Gewenste koelaanvoer is de doeltemperatuur voor de regelaar voor de aanvoer en circulatie naar het koelsysteem wanneer de warm-
tepomp koeling produceert.
De eindgebruiker kan de waarde enkel aanpassen binnen het door de installateur ingestelde bereik van limiet eindgebruiker min. tot
limiet eindgebruiker max.
Belangrijk: Bij het instellen van de limiet eindgebruiker min. moet rekening worden gehouden met de opbouw van het systeem en
de verwachte vochtigheid, om condensproblemen in het gebouw en op leidingen in de warmtepomp te voorkomen.
8.6
Koeling met binnensensor (accessoire)
Als er een binnensensor is geïnstalleerd en voor koeling is geactiveerd, is dat van invloed op de koelfunctie. Om koeling mogelijk te
maken, moet er aan de volgende twee criteria worden voldaan:
▪ Koelseizoen
▪ Binnentemperatuur is hoger dan de gewenste binnentemperatuur voor verwarming (temperatuur op startpagina) + de instelwaar-
de voor Offset ruimtesensor passieve koeling (standaard +2 graden).
(De temperatuur voor start seizoenskoeling moet op basis van een met een ruimtesensor geregelde koeling worden ingesteld op de
buitentemperatuur waarbij koeling wordt toegestaan (zodat met koelen wordt gestart wanneer de ruimtetemperatuur hoger wordt dan
de instelwaarde). De temperatuur voor "offset ruimtesensor koeling" kan zo nodig worden aangepast in het koelmenu.
Gewenste koelaanvoer (min.) is de minimale doeltemperatuur voor de regelaar voor de aanvoer en circulatie naar het koelsysteem
wanneer de warmtepomp koeling produceert.
De eindgebruiker kan de waarde enkel aanpassen binnen het door de installateur ingestelde bereik van "limiet eindgebruiker min." tot
"limiet eindgebruiker max.".
Belangrijk! Bij het instellen van de limiet eindgebruiker min. moet rekening worden gehouden met de opbouw van het systeem en
de verwachte vochtigheid, om condensproblemen in het gebouw en op leidingen in de warmtepomp te voorkomen.
Thermia AB
Calibra Cool
zichtbaar op het display van de warmtepomp.
te drukken.
BWCC01IG0110
35
Advertenties
Inhoudsopgave
