Waarschuwingen
De onderstaande waarschuwingen betreffen installatie, gebruik, onderhoud en reparatie van deze apparatuur. Het symbool
met het uitroepteken verwijst naar een algemene waarschuwing en de gevarensymbolen verwijzen naar procedurespecifieke
risico's. Als u deze symbolen in de handleiding of op de waarschuwingslabels ziet, raadpleeg dan deze Waarschuwingen.
Productspecifieke gevaarsymbolen en waarschuwingen die niet in dit hoofdstuk staan beschreven, staan vermeld in de
gehele handleiding waar deze van toepassing zijn.
GEVAAR VAN KOOLMONOXIDE
Uitlaatgassen bevatten giftig koolmonoxide, een kleurloos en reukloos gas. Inademing van koolmonoxide
kan tot de dood leiden.
•
Gebruik een verbrandingsmotor niet in een afgesloten ruimte.
•
Let op dat uitlaatgassen niet in de buurt komen van luchtinlaten.
TERUGSLAGGEVAAR
Het pistool slaat mogelijk terug bij het overhalen. Als u niet stevig staat, kunt u vallen en ernstig gewond
raken.
•
Houd het pistool/de lans stevig vast met beide handen om terugslag te voorkomen.
VALGEVAAR
Bij gebruik van deze apparatuur kunnen er plassen of glibberige oppervlakken ontstaan. Als u zich te dicht
bij het schoon te maken oppervlak bevindt, kunt u vallen door de kracht van de hogedrukspuit.
•
Houd de spuitmond 20 tot 60 cm (8 tot 24 inch) verwijderd van het schoon te maken oppervlak.
•
Gebruik de apparatuur altijd op een stabiel oppervlak.
•
Het schoon te maken gedeelte zou voldoende schuin moeten aflopen en voorzien zijn van afwateringen
om de kans op valpartijen door glibberige oppervlakken te verminderen.
•
Wees extra voorzichtig als u de apparatuur gebruikt van op een ladder, stelling of een ander relatief
onstabiel element.
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR
Ontvlambare dampen in het werkgebied kunnen ontsteken of ontploffen. Voorkom brand en explosies onder
meer als volgt:
•
Spuit geen ontvlambare vloeistoffen.
•
Gebruik de hogedrukreiniger alleen buiten.
•
Zorg dat er geen ontstekingsbronnen zijn, zoals waakvlammen, sigaretten, draagbare elektrische lampen
en kunststof druppelvangers (deze kunnen statische vonkoverslag geven).
•
Voer eventuele reparaties of transport uit met een lege brandstoftank of met het brandstofafsluitventiel
dicht.
•
Vul de brandstoftank niet als de motor draait of heet is; zet de motor uit en laat deze afkoelen. Zorg dat
bovenin de tank ruim 15 mm vrijblijft, omdat de brandstof kan uitzetten. Brandstof is zeer brandbaar en
kan ontbranden of exploderen als deze op een heet oppervlak wordt gemorst.
•
Houd het werkgebied vrij van afval, inclusief oplosmiddelen, poetslappen en benzine.
3A6596F
WAARSCHUWING
Waarschuwingen
5