Installatiehandleiding
7.4.2
Aansluiting 400 V, 3-fasige modellen met één aanvoerleiding
Scheidingsschakelaar
Inkomende kabel
7.5
Buitensensoren plaatsen en aansluiten
De buitensensor wordt aangesloten met een tweeaderige kabel. Voor een doorsnede van 0,75 mm
50 m. Gebruik bij een langere kabel een doorsnede van 1,5 mm
Bij hoge gebouwen moet de sensor tussen de tweede en derde ver-
N
dieping worden geplaatst. De montageplek mag niet volledig zijn af-
geschermd van de wind, maar mag zich ook niet in een directe tocht-
stroom bevinden. Plaats de buitensensor niet op een wand van reflec-
terende platen.
Plaats de sensor op minimaal 1 m afstand van openingen in de muren
N
waar warme lucht uit kan stromen.
Als de sensorkabel via een buis wordt aangesloten, moet de buis wor-
N
den afgedicht, zodat de sensor niet door naar buiten stromende lucht
wordt beïnvloed.
De buitensensor moet van het type PT1000 zijn.
N
Thermia Värmepumpar
Mega
Klemmenblok X1 warmtepomp
2
1
4
3
6
5
2
, met een maximale kabellengte van 120 m.
VMJSA210
Aanbevolen locatie -->
Ongeschikte locatie -->
2
geldt een maximale kabellengte van
21