De pen voor de maaihoogte
instellen
Stel de maaihoogte in van 38 tot 127 mm in stappen
van 6 mm door de maaihoogtepen in verschillende
openingen te plaatsen.
1.
Zet de transportvergrendeling in de
V
stand.
ERGRENDELDE
2.
Trap het maaidekpedaal in en breng het
maaidek omhoog tot de T
tevens de maaihoogtestand van 127 mm), zie
Figuur
29.
3.
Verwijder de pen uit de maaihoogtebeugel
(Figuur
29).
4.
Kies de opening in de maaihoogtebeugel
die overeenkomt met de gewenste
maaihoogtestand, en steek de pen daarin
(Figuur
29).
5.
Trap het maaidekpedaal in, trek de knop van
de transportvergrendeling omhoog en laat het
maaidek langzaam zakken.
Figuur 29
1. Maaidekpedaal
2. Maaihoogte-openingen
(dit is
RANSPORTSTAND
g327983
3. Pen voor de maaihoogte
4. Knop van
transportvergrendeling
Antiscalpeerrollen afstellen
Als u de maaihoogte wijzigt, stel dan de hoogte van
de antiscalpeerrollen in.
Opmerking:
Stel de antiscalpeerrollen zo af dat ze
de grond niet raken op normale, vlakke maaiterreinen.
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, schakel de aftakas uit en stel de
parkeerrem in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Stel de antiscalpeerrollen af zoals wordt getoond
in
Figuur 30
en
1. Flensmoer
2. Bout
3. Lagerbus
1. Flensmoer
2. Bout
3. Lagerbus
30
Figuur
31.
Figuur 30
4. Antiscalpeerrol
5. Afstandsstuk
Figuur 31
4. Antiscalpeerrol
5. Afstandsstuk
g321510
g036848