Anleitung_RM_46_HW_SPK7__ 30.08.12 11:18 Seite 24
NL
Abgleiten des Rasenmähers lässt sich durch
Schrägstellung nach oben verhindern. Kies de
maaihoogte naargelang de werkelijke lengte van het
gras. Rijdt het gras in meerdere beurten af zodat het
gras per beurt maximaal 4 cm korter wordt gereden.
Voordat u controles van welke aard dan ook aan het
mes uitvoert dient u de motor af te zetten. Denk eraan
dat het mes na het afzetten van de motor nog enkele
seconden blijft draaien. Probeer nooit het mes te
stoppen.
Controleer regelmatig of het mes correct bevestigd, in
perfecte staat en goed geslepen is. Slijp of vervang
het mes indien dit niet het geval is. Indien het
roterende mes een voorwerp raakt, de maaier
uitschakelen en wachten tot het mes helemaal
stilstaat. Controleer vervolgens de toestand van het
mes en de meshouder. Als het mes beschadigd is,
moet het worden vervangen.
Instructies voor het gras afrijden:
1. Let op vaste voorwerpen. De maaier zou kunnen
worden beschadigd of er zouden verwondingen
kunnen worden veroorzaakt.
2. Een warme motor, uitlaat of aandrijving kunnen
brandwonden veroorzaken. Dus niet aanraken.
3. Op hellingen of steil afhellende terreinen
voorzichtig maaien.
4. Ontbrekend daglicht of niet voldoende
kunstmatige verlichting zijn een reden om het
gras afrijden te stoppen.
5. Controleer de maaier, het mes en de andere
componenten als u in een vreemd voorwerp bent
gereden of als het toestel sterker vibreert dan
normaal.
6. Verander niet van afstelling of voer geen
herstellingen uit zonder de motor voordien af te
zetten. Trek er de stekker van de ontstekingskabel
af.
7. Let op het wegverkeer op een weg of in de buurt
ervan. Hou de grasuitworp weg van de weg.
8. Vermijd plaatsen waar de wielen geen grip meer
hebben of het maaien onveilig is. Voordat u
achteruit gaat dient u er zich van te vergewissen
dat geen kleine kinderen achter u zijn.
9. In dicht hoog gras gebruikt u de hoogste
maaistand en maait u trager. Voordat u gras of
andere verstoppingen verwijdert zet u de motor af
en neemt u de ontstekingskabel los.
10. Verwijder nooit onderdelen die de veiligheid
dienen.
11. Giet nooit benzine in de tank als de motor nog
warm is of draait.
24
7.4 Leegmaken van de opvangzak
Zodra tijdens het gras afrijden grasresten blijven
liggen, moet de opvangzak leeg worden gemaakt.
Let op! Vóór het afnemen van de opvangzak de
motor afzetten en wachten tot het
maaigereedschap tot stilstand is gekomen.
Om de opvangzak af te nemen tilt u met één hand de
uitwerpklep op en met de andere hand neemt u de
opvangzak aan het handvat uit (fig. 4a).
Overeenkomstig de veiligheidsvoorschriften valt de
uitlaatklep bij het afnemen van de opvangzak dicht en
sluit de achterste uitwerpopening. Als daarbij
grasresten in de opening blijven hangen, trekt u de
maaier best ongeveer 1 m terug om het starten van
de motor te vergemakkelijken.
Grasresten in het koetswerk van de maaier en op het
werkgereedschap niet met de hand of de voet
verwijderen maar met de gepaste hulpmiddelen, b.v.
borstel of handveger.
Om een goed opraapresultaat te bereiken dienen de
opvangzak en vooral het net na gebruik van binnen te
worden schoongemaakt.
Opvangzak enkel vasthaken als de motor afgezet is
en het maaigereedschap stilstaat.
Uitwerpklep met één hand optillen en met de andere
hand de opvangzak aan het handvat vasthouden en
van boven vasthaken.
7.5 Na het gras afrijden
1. De motor steeds laten afkoelen voordat u de
maaier in een gesloten ruimte opbergt.
2. Verwijder voor het opbergen gras, loof, smeer en
olie. Leg geen andere voorwerpen op de maaier.
3. Controleer alle schroeven en moeren voordat u
de maaier opnieuw gebruikt. Los gekomen
schroeven moeten worden aangehaald.
4. Verwijder de opvangzak voordat u de maaier
opnieuw gebruikt.
5. Trek er de bougiestekker af om ongeoorloofd
gebruik te voorkomen.
6. Let er op dat de maaier niet naast een
gevarenbron wordt opgeborgen. Gaswolken
kunnen leiden tot ontploffingen.
7. Enkel originele onderdelen of door de fabrikant
goedgekeurde onderdelen mogen bij
herstellingen worden gebruikt (zie adres op het
garantiebewijs).
8. Als de maaier een tijdje niet wordt gebruikt, dient
u de benzinetank te ledigen m.b.v. een
benzinezuigpomp.