Onderhoud
Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
VOORZICHTIG
De machine mag uitsluitend worden onderhouden, gerepareerd, afgesteld of geïnspecteerd door
vakbekwame en erkende technici.
Voorkom brandgevaar en zorg ervoor dat er brandbestrijdingsapparatuur in het werkgebied aanwezig is.
Controleer nooit met een open vuur het peil van de brandstof, het accuzuur of de koelvloeistof, of een
lekkage. Gebruik geen open bakken met brandstof of ontvlambare reinigingsvloeistoffen om onderdelen
schoon te maken.
VOORZICHTIG
Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u en
andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen.
Verwijder het sleuteltje uit het contact voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de machine.
Aanbevolen onderhoudsschema
Onderhoudsinterval
Na de eerste 2 bedrijfsuren
Na de eerste 8 bedrijfsuren
Na de eerste 10 bedrijfsuren
Na de eerste 50 bedrijfsuren
Bij elk gebruik of dagelijks
Om de 25 bedrijfsuren
Om de 50 bedrijfsuren
Onderhoudsprocedure
• Draai de moeren van de voor- en achterwielen vast.
• De conditie en de spanning van de wisselstroomdynamo/ventilator controleren.
• Draai de moeren van de voor- en achterwielen vast.
• De afstelling van de kabels van het schakelmechanisme controleren.
• Controleer de afstelling van de parkeerrem.
• Hydraulisch filter vervangen.
• Filter van het hydraulisch systeem met hoge stroming vervangen (uitsluitend
TC-modellen).
• Controleer de opening van het filter.
• Ververs de motorolie en vervang het filter.
• Afstand motorklep instellen.
• Controleer het motoroliepeil.
• Controleer het koelvloeistofpeil.
• Controleer het peil van de transaxle-olie/hydraulische vloeistof. (u moet het
peil controleren voordat u de motor voor de eerste keer start en daarna om de
8 bedrijfsuren, of dagelijks.)
• Controleer het peil van de hydraulische vloeistof in het hydraulische systeem met
hoge stroming (uitsluitend TC-modellen). (controleer het peil van de hydraulische
vloeistof voordat de motor voor het eerst wordt gestart, en vervolgens dagelijks)
• De bandenspanning controleren.
• Controleer het remvloeistofpeil. (U moet het peil controleren voordat u de motor
voor de eerste keer start en daarna om de 8 bedrijfsuren of dagelijks.)
• Controleer de werking van het veiligheidssysteem.
• Controleer de luchtfilteronderhoud-indicator.
• Verwijder vuil uit het motorgebied en de radiateur (reinig vaker bij meer vervuilende
omstandigheden).
• Verwijder het luchtfilterdeksel, verwijder vuil en controleer de luchtfilteronderhoud-
indicator.
• Accuvloeistofpeil controleren (elke 30 dagen indien de machine gestald is).
• Controleer de aansluitingen van de accukabels.
37