6 Inbedrijfstelling
6.11 Aansluiting toorts en lasapparaat
De draadtoevoer kan met een bijbehorende standaardtoorts worden aangestuurd.
Afb. 18
Afb. 19
De aansturing van de lasstroombron kan optioneel via het lasstartsignaal van de toevoer plaatsvinden. Het
signaal vindt plaats via PIN 1+2 (X2).
6.4.4 4-takt en interval met toorts voor aansturen van stroombron middels toevoer op pagina NL-17
Als de lasstart plaatsvindt via PIN 1+2, kunnen de draadtoevoer en de lasstart via de kanteltoets T2 op de
lastoorts worden gestart. Bij het automatisch lassen wordt deze modus aanbevolen, omdat hier de
draadtoevoer en het lassen via een signaal worden gestart.
Bij het manueel lassen vindt de lasstart plaats via de afzonderlijke toortsknop.
Afb. 18 De standaardtoorts schakelt de stroombron om via PIN 5+6 op pagina NL-24
NL - 24
Draad aan
Stroom aan
T2
T4
T1
T3
Draad UP
Draad Down
De standaardtoorts schakelt de stroombron om via PIN 5+6
F5=A
Start draadtoevoer
Draadtoevoer
Draadretour
F5=b
Start draadtoevoer
Draadsnelheid UP
Draadsnelheid DOWN
F5=C
Start draadtoevoer
Draadtoevoer UP
Draadretour DOWN
TIG-kouddraadaanvoerunit
Stuurkabel
(afgeschermd) Amphenol-stekkers
BN
GN
WH
GY
PK
YE
niet aangesloten
niet aangesloten
niet aangesloten
niet aangesloten
T1 = 1+3
niet aangesloten
T2 = 1+2
niet aangesloten
T3 = 1+4
niet aangesloten
T4 = 5+6
nulleider
X1
1
KDW S
2
T2
3
T1
4
T3
X1
1
KDW S
2
T2
3
T1
4
T3
X1
1
KDW S
2
T2
3
T1
4
T3
14-polig
2
6
5
3
4
1
7
8
9
10
11
12
13
14