INSTELLING
TUSSENPOSITIE, VENTILATIE/KANTELEN, PROG EINDSTAND
(Tijd/ Standprogrammering)
1. De functie VAKANTIE is bevestigd. TUSSENPOSITIE verschijnt.
2. Gebruik de +/- toets om de looptijd naar de TUSSENPOSITIE in te stellen.
De opgave van de looptijd vindt plaats in seconden of u loopt naar de TUS-
SENPOSITIE met de NEER-/OP-toets vanuit de bovenste eindstand.
3. Bevestig met OK. VENTILATIE/KANTELEN verschijnt.
4. Gebruik de +/- toets om de looptijd naar VENTILATIE/KANTELEN in te stel-
len. De looptijd wordt opgegeven in seconden of loop naar VENTILATIE/KAN-
TELEN met de OP-/NEER-toets vanuit de onderste eindstand.
5. Het menu-item VENTILATIE/KANTELEN is bevestigd. PROG EINDSTAND ver-
schijnt.
6. Gebruik de +/- toets om te kiezen tussen PROG EINDSTAND, PROG TUS-
SENPOSITIE en PROG VENTILATIE/KANTELEN.
7. Bevestig de keuze met OK.
8. De functie PROG EINDSTAND is nu ingesteld.
9. Lees voor meer programmering verder in het menu INSTELLING.
de
en
fr
nl
85