Bedieningsorganen
Zorg dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen voordat u de motor start en de machine gebruikt.
Opmerking:
Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
Schakelbord
1. Stuurwiel
2. Schakelindicator
3. Schakelhendel
4. Claxonknop (uitsluitend internationale modellen)
5. Contactschakelaar
Gaspedaal
Gebruik het gaspedaal
van de machine te veranderen. Als u het gaspedaal
intrapt, start u de motor. Als u het pedaal verder
intrapt, verhoogt u de rijsnelheid. Als u het pedaal laat
opkomen, vermindert de snelheid van de machine en
slaat de motor af.
Opmerking:
De maximumsnelheid vooruit is 26 km
per uur.
Rempedaal
Met het rempedaal kunt u de machine tot stilstand
brengen of de snelheid verminderen
(Figuur
6) om de rijsnelheid
(Figuur
6).
Figuur 6
6. Usb-aansluitpunt
7. Parkeerremhendel
8. Chokeknop
9. Rempedaal
10. Gaspedaal
VOORZICHTIG
Gebruik van een machine met versleten of
onjuist afgestelde remmen kan tot persoonlijk
letsel leiden.
Als de vrije slag van het rempedaal tot de vloer
van de machine minder dan 25 mm bedraagt,
moeten de remmen worden afgesteld of
gerepareerd.
12
g033921