3
Keuze instrument
Toepassingsgebieden
VEGAFLEX 81
De VEGAFLEX 81 is geschikt voor toepassingen in vloeistoffen in kleine-
re tanks onder eenvoudige procesomstandigheden. De toepassingsmo-
gelijkheden liggen binnen praktisch alle industriële branches.
Bij een grote keuze uit spangewichten kan de VEGAFLEX 81 ook in
standpijpen of bypasses worden toegepast.
VEGAFLEX 83
De PFA-gecoate VEGAFLES 83 is geschikt voor de meting van agressie-
ve vloeistoffen of bij bijzonder hygiënische eisen. Toepassingsmogelijk-
heden in de chemische industrie en in de levensmiddelen- en farmaceu-
tische industrie.
De gepolijste uitvoering van de VEGAFLEX 83 is bijzonder goed geschikt
voor de niveaumeting onder hygiënische omstandigheden, zoals bijv. in
levensmiddelentanks.
VEGAFLEX 86
De VEGAPULS 86 is geschikt voor hogetemperatuurtoepassingen in
vloeistoffen, bijv. in opslagtanks en procestanks. De toepassingsmoge-
lijkheden binnen de chemische industrie, de milieu- en recyclingtechniek
en binnen de petrochemie zijn legio.
Toepassingen
Niveaumeting in conische tanks
De meetsonde mag tijdens bedrijf geen ingebouwde onderdelen of de
tankwand aanraken. Indien nodig, moet u het uiteinde van de sonde
fixeren.
Bij tanks met een conische bodem kan het een voordeel zijn, de sensor
in het midden van de tank te monteren, omdat de meting dan tot op de
tankbodem mogelijk is.
Fig. 13: Tank met conische bodem
Meting in standpijp of bypass
Door de toepassing in een standpijp of bypass in de tank zijn invloeden
van ingebouwde tankonderdelen en turbulentie uitgesloten. Onder deze
omstandigheden is de meting van producten met lage diëlektrische
constante (ε
-waarde ≥ 1,6) mogelijk. In producten, die sterk neigen tot
r
aanhechten, is de meting in een standpijp of bypass niet zinvol.
Wanneer de VEGAFLEX in standpijpen of bypasses wordt toegepast,
moet contact met de pijpwand worden voorkomen. Als toebehoren
bieden wij daarom centreersterren aan om de meetsensor in het midden
van de pijp te fixeren.
Wanneer om redenen van bestendigheid geen bezwaar bestaat, advise-
ren wij voor de verbetering van de meetzekerheid een pijp van metaal te
gebruiken.
8
Keuze instrument
Fig. 14: Positie van de centreerster
1
Centreerster
Opmerking:
In producten die sterk neigen tot afzetten, is de meting in een
standpijp niet zinvol.
Scheidingslaagmeting
Door eenvoudig omschakelen kunnen alle instrumenten van de VEGAF-
LEX serie 80 ook scheidingslagen meten. Typische toepassingen zijn de
meting van olie of oplosmiddelen op water. De meetmethode is onder-
houdsvrij, omdat geen bewegende delen worden gebruikt. De VEGAF-
LEX werkt onafhankelijk van de dichtheid van het product. Dat betekent
betrouwbaar meetwaarden zonder extra correctiewerkzaamheden.
Voorwaarden voor de scheidingslaagmeting
•
Het bovenste medium mag niet elektrisch geleidend zijn
•
De diëlektrische constante van het bovenste medium moet bekend
zijn (invoer nodig). Minimale diëlektrische constante: staafuitvoering
1,7.
•
De samenstelling van het bovenste medium moet stabiel zijn, geen
wisselende media of mengverhoudingen
•
Het bovenste medium moet homogeen zijn, geen lagen binnen het
medium
•
Minimale dikte van het bovenste medium 100 mm
•
Een duidelijke scheiding met het onderste medium, geen emulsie-
fase, geen scheidingslaag.
•
Zo mogelijk geen schuim aan het oppervlak.
Onderste medium (L1)
•
Diëlektrische constante minimaal 10 hoger dan de diëlektrische con-
stante van het bovenste medium, bij voorkeur elektrisch geleidend.
Voorbeeld: bovenste medium diëlektrische constante 2, onderste
medium diëlektrische constante min. 12
1
Geleide Radar