Als u werkt met geladen lettertypen, controleer dan of de lettertypen worden ondersteund door de printer, de hostcomputer
en het softwareprogramma.
Onvolledige afbeeldingen
Probeer een van de volgende oplossingen:
C
ONTROLEER DE PAPIERGELEIDERS
Schuif de breedte- en lengtegeleiders in de juiste positie voor het papier dat in de printer is geplaatst.
C
ONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERFORMAAT
Zorg dat de instelling voor papierformaat overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst:
1
Controleer via het bedieningspaneel van de printer de instelling voor Papierformaat in het menu Papier.
2
Geef de juiste instelling voor formaat op voor u de taak verzendt voor afdrukken:
•
Windows: geef het formaat op dat is ingesteld in Printereigenschappen.
•
Macintosh: geef het formaat op dat is ingesteld in het dialoogvenster Pagina-instelling.
Er worden smalle horizontale strepen op de gekleurde pagina's weergegeven.
Mogelijk worden smalle, horizontale strepen weergegeven op foto's of pagina's met een hoge kleurenconcentratie. Dit kan
gebeuren wanneer de printer in de Stille modus staat. U kunt dit verhelpen door de Stille modus in te stellen op Uit
(Afbeelding/Foto).
Schaduwafbeeldingen op afdrukken
ABCDE
ABCDE
ABCDE
ABCDE
ABCDE
ABCDE
C
ONTROLEER DE INSTELLINGEN VOOR PAPIERSOORT EN PAPIERGEWICHT
Zorg dat de papiersoort en het papiergewicht overeenkomen met het papier dat in de lade is geplaatst:
1
Controleer de instellingen voor papiersoort en papiergewicht in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer.
2
Geef de juiste papiersoort op voordat u de afdruktaak verzendt.
•
Voor Windows-gebruikers: geef het type op via Printereigenschappen.
•
Voor Macintosh-gebruikers: geef het type op via het dialoogvenster Afdrukken.
C
ONTROLEER OF DE FOTOCONDUCTOR NIET DEFECT IS
Vervang de defecte fotoconductoreenheid.
Handleiding voor afdrukkwaliteit
Pagina 2 van 12