kunnen schade aan de gezondheid veroorzaken.
•
De met deeltjes geladen afgewerkte lucht moet uit de buurt van het werkgebied
en het bedrijfspersoneel worden gehouden. Draag desondanks de voorgeschre-
ven ademhalingsbescherming en de voorgeschreven werkkleding, als u met het
spuitpistool materialen verwerkt. Rondzwevende deeltjes vormen een gevaar
voor uw gezondheid.
•
Draag oorbescherming tijdens het werken met het spuitpistool. Het door het
spuitpistool geproduceerde geluidsniveau bedraagt ca. 85 dB (A).
•
Let er steeds op dat bij de inbedrijfstelling, vooral na montage- en onderhouds
werkzaamheden alle moeren en schroeven stevig zijn vastgedraaid.
•
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen, omdat WALTHER uitsluitend
voor deze onderdelen een veilige en perfecte functie kan garanderen.
Wend u voor informatie over een risicoloos gebruik van het spuitpistool en de daarin
gebruikte materialen tot WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH, D-42327
Wuppertal.
4
Montage
4.1
Toevoerleidingen aansluiten
Aanwijzing
Voor de doorvoering van de onderstaand beschreven arbeidsstappen dient u de
explosietekening vooraan in deze handleiding te gebruiken.
Waarschuwing
De luchtdruk aan het pistool mag niet meer dan 8 bar bedragen, omdat anders geen
veilige werking van het spuitpistool kan worden gegarandeerd.
Waarschuwing
Materiaal- en luchtslangen die met een slangtule worden bevestigd, moeten extra
beveiligd worden door middel van een slangklem.
PILOT XIII: Uitvoering met stromingsbeker
1.
U bevestigt de persluchtslang aan de luchtleiding (gereinigde perslucht) of een
luchtreiniger en aan de luchtaansluiting van het spuitpistool (pos. 24).
2.
U vult de stromingsbeker met gezeefd materiaal.
3.
U sluit de stromingsbeker.
4.
U schakelt de persluchttoevoer in. Het pistool is nu bedrijfsklaar.
PILOT XIII: Uitvoering met zuigbeker
1.
U bevestigt de persluchtslang aan de luchtleiding (gereinigde perslucht) of een-
luchtreiniger en aan de luchtaansluiting van het spuitpistool (pos. 24).
2.
U vult de zuigbeker met gezeefd materiaal.
3.
U sluit de zuigbeker en schroeft deze op het pistool-voorzetstuk (pos. 5 b).
4.
U schakelt de persluchttoevoer in. Het pistool is nu bedrijfsklaar.
62
PILOT XIII-HVLP: Uitvoering met stromingsdrukbeker
1.
U bevestigt de persluchtslang aan de luchtleiding (gereinigde perslucht) of een
luchtreiniger en aan de luchtaansluiting van het spuitpistool (pos. 24).
2.
U vult de stromingsdrukbeker met gezeefd materiaal.
3.
U sluit de stromingsdrukbeker en schroeft op het pistool-voorzestuk (pos. 5 a).
4.
U bevestigt - indien nodig - de luchtslang van de stromingsdrukbeker met behulp
van de L-koppeling (sleutel 8) aan het pistool.
5.
U schakelt de persluchttoevoer in.
Het pistool is nu bedrijfsklaar.
PILOT XIII-HVLP: Uitvoering met hangdrukbeker
1.
U bevestigt de persluchtslang aan de luchtleiding (gereinigde perslucht) of een
luchtreiniger en aan de luchtaansluiting van het spuitpistool (pos. 24).
2.
U vult de hangdrukbeker met gezeefd materiaal.
3.
U sluit de hangdrukbeker en schroeft deze op het pistool-voorzestuk (pos. 5 b).
4.
U bevestigt - indien nodig - de luchtslang van de hangdrukbeker met behulp van
de L-koppeling (sleutel 13) aan het pistool.
5.
U schakelt de persluchttoevoer in.
Het pistool is nu bedrijfsklaar.
PILOT XIII / PILOT XIII-HVLP / PILOT XIII-D / PILOT XIII-HD
Uitvoering: materiaalaansluiting voor materiaaldrukvaten of pompsyste-
men
1.
U bevestigt de persluchtslang aan de luchtleiding (gereinigde perslucht) of een
luchtreiniger en aan de luchtaansluiting van het spuitpistool (pos. 24).
2.
U schakelt de perslucht in en stelt aan de regelklep de gewenste verstuiverlucht-
druk in.
3.
U bevestigt de materiaal-toevoerslang aan het materiaaldrukvat of de mate-
riaaldrukregelaar van een pompinstallatie en aan de materiaalaansluiting van
het spuitpistool (pos. 5 b).
4.
U vult materiaal in het materiaaldrukvat en sluit het deksel.
5.
Aan de regelklep voor de persluchtdruk stelt u de gewenste materiaaldruk in; bij
materiaaltoevoer via pompsystemen wordt de materiaaldruk geregeld via een
stelsleutel aan de materiaaldrukregelaar.
6.
U opent de materiaalkraan aan het drukvat.
7.
U bedient de trekhendel (pos. 27) om de lucht die zich nog in de materiaals lang
bevindt, te verwijderen. U houdt deze hendel vast totdat een gelijkmatige mate-
riaalstraal uit het mondstuk komt. Nu kan het pistool weer worden gesloten.
Het pistool is bedrijfsklaar.
63