Onderhoud
WAARSCHUWING
Koppel de voeding volledig los van de machine
voordat
u
reparatiewerkzaamheden uitvoert.
WAARSCHUWING
Gebruik
Persoonlijke
(PPE), waaronder een veiligheidsbril, stofmasker
en handschoenen, om letsel te voorkomen. Dit
geldt ook voor personen die het werkgebied
betreden.
WAARSCHUWING
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen letsel
veroorzaken.
•
Niet gebruiken met geopende deuren of
verwijderde beschermingen.
•
Stop
servicewerkzaamheden uitvoert.
•
Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen
WAARSCHUWING
Laat
onderhoudswerkzaamheden
oplossen van problemen door gekwalificeerd
personeel uitvoeren.
Visuele inspectie
Reinig de binnenkant van de machine met stoom met lage
druk. Voer een grondige inspectie van alle onderdelen uit.
Kijk naar tekenen van oververhitting, gebroken kabels of
andere duidelijke problemen. Veel problemen kunnen worden
geconstateerd bij een goede visuele inspectie.
Routinematig onderhoud
De werking van VRD™ dient een maal per dag of ploeg te
worden gecontroleerd. De werking van VRD™ kan worden
geverifieerd met behulp van de indicatielampjes op de
voorzijde van de stroombron. Een van de lampjes brandt
constant wanneer VRD™ is geactiveerd. Er branden geen
lampjes wanneer VRD™ is gedeactiveerd. VRD™ kan ook
worden geverifieerd door een vermogenscyclus uit te voeren.
Wanneer VRD™ is geactiveerd, brandt het VRD™-
indicatielampje na het opstarten gedurende 5 seconden. Een
van de lampjes blijft branden.
1.
Om de zes maanden dient de machine met een
lagedrukluchtstraal te worden gereinigd. Wanneer u de
machine schoon houdt, blijft de machine koel en
betrouwbaar werken. Reinig vooral de volgende
gebieden:
•
Alle printplaten
•
De hoofdschakelaar
•
Hoofdtransformator
•
Ingangsgelijkrichter
•
Vinnen koelplaat
•
Extra transformator
•
Ventilatoren (blazen lucht door de achterste
lamellen)
•
Omgeving schakelaar voor opnieuw aansluiten
2.
Onderzoek de behuizing van plaatmetaal op deuken of
barsten. Repareer de behuizing waar nodig. Houd de
behuizing in goede staat om ervoor te zorgen dat de
hoogspanningsonderdelen worden beschermd en dat er
voldoende ruimte tussen zit. Alle schroeven aan de
buitenkant van het plaatmetaal moeten op hun plek zitten
om ervoor te zorgen dat de behuizing sterk genoeg blijft
en de aarding blijft gehandhaafd.
Periodiek Onderhoud
Thermische beveiliging
Thermostaten beschermen de machine tegen te hoge
bedrijfstemperaturen. Te hoge temperaturen kunnen worden
veroorzaakt een gebrek aan koellucht of wanneer de machine
verder dan de bedrijfscyclus en het uitgangsvermogen wordt
Nederlands
service-,
onderhouds-
beschermingsuitrusting
de
motor
voordat
en
gebruikt. Indien zich overmatige bedrijfstemperaturen
voordoen, voorkomt de thermostaat uitgaande spanning of
stroom. De meter blijft gedurende deze tijd bekrachtigd. De
thermostaten resetten zichzelf automatisch wanneer de
en/of
machine voldoende is afgekoeld. Als de thermostaat werd
uitgeschakeld door een te hoog uitgangsvermogen of te hoge
bedrijfscyclus en de ventilator normaal werkte, kan de
voedingsschakelaar ingeschakeld blijven en wordt de reset
binnen 15 minuten uitgevoerd.
Kalibratie stroomsterkte
1.
Koppel een weerstandsbelasting aan de machine, die is
geconfigureerd voor 300A/20V (gelijkwaardig aan
750A/50V).
2.
Sluit een gecertificeerde gekalibreerde stroommeetsonde
of stroommeter aan en leid deze verder naar het
uitgangscircuit.
3.
Schakel het ingangsvermogen van de machine die wordt
gekalibreerd uit; verwijder het rechter zijpaneel van de
behuizing om toegang te krijgen tot de
u
gebruikersinterface. Zet positie "1" van de
tuimelschakelaar zoals in afbeelding B.7 wordt
weergegeven op "ON". Let Op: aanvullende
tuimelschakelaarposities kunnen van de hieronder
weergegeven posities verschillen, afhankelijk van de
het
configuratie van uw machine. Raadpleeg de onderdelen
INTERNE BEDIENINGSELEMENTEN – ACTIVEREN
VAN VRD, MULTI-WELD in deze gebruiksaanwijzing.
Plaats het rechter zijpaneel van de behuizing.
4.
Draai de Hot Start- en Arc Control-knoppen volledig naar
links.
5.
Plaats het rechter zijpaneel van de behuizing; sluit het
ingangsvermogen van de machine weer aan en zet deze
onder spanning.
6.
Op het display moet 'Cur CAL' worden aangegeven.
7.
Draai de Hot Start-knop met de klok mee om het
uitgangseffect te activeren. Dit wordt aangegeven
doordat het bericht "AdJ Pot So rEAL Cur = 300 A" over
de display schuift.
8.
De daadwerkelijke uitgangsstroom dient 300 +/- 2 A te
bedragen. Indien de daadwerkelijke uitgangsstroom
binnen de gespecificeerde grenswaarden ligt, gaat u naar
stap 8.3. Indien de daadwerkelijke uitgangsstroom niet
nauwkeurig is, doet u het volgende:
•
Pas de knop voor het uitgangseffect aan totdat de
uitlezing van de uitgangsstroom binnen het
gespecificeerde bereik ligt.
•
Verzet de schakelaar Lokaal / Op afstand om de
kalibrering op te slaan. Op het display moet 'CAL
Set' knipperen.
•
Draai de Hot Start-knop tegen de klok in om het
uitgangseffect te deactiveren.
9.
Schakel het ingangsvermogen van de machine die wordt
gekalibreerd uit; verwijder het rechter zijpaneel van de
behuizing om toegang te krijgen tot de
gebruikersinterface. Zet positie "1" van de
tuimelschakelaar "OFF".
STROOMKALIBRERING VOLTOOID
Kalibratie spanning
1.
Koppel een weerstandsbelasting aan de machine, die is
geconfigureerd voor 300A/20V (gelijkwaardig aan
750A/50V).
2.
Sluit de gecertificeerde gekalibreerde voltmeter op het
uitgangscircuit aan. Opmerking: Spanningspieken in het
uitgangseffect, die typisch zijn voor lasomvormers,
kunnen de nauwkeurigheid van bepaalde meetapparatuur
nadelig beïnvloeden. De M25303-laagdoorlaatfilter, die bij
de K4171-1 Power Wave-kalibreringskit wordt geleverd,
wordt sterk aanbevolen voor gebruik tussen de meter en
de stroombron om dit effect te reduceren.
3.
Schakel het ingangsvermogen van de machine die wordt
gekalibreerd uit; verwijder het rechter zijpaneel van de
behuizing om toegang te krijgen tot de
gebruikersinterface. Zet positie "1" van de
tuimelschakelaar zoals in afbeelding #8 wordt
weergegeven op "ON". Let Op: aanvullende
tuimelschakelaarposities kunnen van de hieronder
22
Nederlands