Draaiknop voor uitgangseffect
•
Als de Local/Remote regelknop op "LOCAL" is ingesteld,
wordt met deze regelknop de lasspanning ingesteld.
•
Als de Local/Remote regelknop op "REMOTE" is
ingesteld, is deze regelknop niet actief
ArcLink
Deze lasmodus is een modus met constante spanning (CV
constant voltage) met continue regeling van 10 – 45 volt. Hij is
bedoeld voor FCAW-S-lasprocessen en toortsgutsen.
Hot Start – Wordt niet gebruikt voor dit lasproces.
Arc Control – Wordt niet gebruikt voor dit lasproces.
Lasklemmen On/Remote - Niet gebruikt voor dit lasproces.
Ampèremeter – Deze meter zal drie streepjes weergeven als
het apparaat in de stationaire stand staat. Dit geeft aan dat het
ampèrage in deze toestand niet ingesteld kan worden. Als de
machine is ingeschakeld zal het gebruikte ampèrage worden
getoond in de display. Na het lassen houdt de meter dit
ampèrage nog 5 seconden vast. Afstellen van de uitgang
tijdens de "Hold" periode leidt tot de kenmerken van "vóór de
werking" zoals hierboven vermeld. Als het display knippert dan
geeft dit aan dat het apparaat in de "Hold" periode staat.
Spanningsmeter – Deze meter zal de vooraf ingestelde
lasspanning weergeven als het apparaat in de stationaire
stand staat. Na het lassen houdt de meter de huidige
spanningswaarde nog 5 seconden vast. Afstellen van de
uitgang tijdens de "Hold" periode leidt tot de kenmerken van
"vóór de werking" zoals hierboven vermeld. Als het display
knippert dan geeft dit aan dat het apparaat in de "Hold"
periode staat.
Bediening Local/Remote voor uitgangseffect – Wordt niet
gebruikt voor dit lasproces.
Draaiknop regeling uitgangseffect – Wordt niet gebruikt
voor dit lasproces.
Nederlands
CrossLinc™
CrossLinc™ is een nieuwe communicatietechnologie voor
lassystemen. Wanneer een voor CrossLinc™ geschikte
stroombron zoals de Flextec
CrossLinc™ geschikte draadtoevoereenheid zoals de LN-25X
worden gebruikt, kan de lasspanning van op afstand worden
geregeld, zonder dat hiervoor een aanvullende
besturingskabel gebruikt hoeft te worden.
De digitale meters op de LN-25X geven de vooraf ingestelde
waarden voor de uitgangseffect en de spanning voorafgaand
aan het lassen weer. Tijdens het lassen tonen de meters de
werkelijke stroomsterkte en spanning bij de
draadtoevoereenheid. Na het lassen, knipperen de meters met
de laatst gebruikte lasstroom en -spanning gedurende 10
seconden na het lassen. Indien WFS of de spanning tijdens
deze 10 seconden wordt aangepast, keren de meters terug
naar de vooraf ingestelde waarde.
•
Wanneer een geschikte LN-25X-toevoereenheid met
behulp van een standaardkabel voor lasopbrengst met de
®
Flextec
650x CE is verbonden en de LN-25X-
detectiekabel is verbonden met het werkstuk, gaat het
CrossLinc™-lampje op zowel de Flextec
ook de LN-25X automatisch branden. Er is geen
aanvullende koppeling tussen de machine en de
toevoereenheid vereist. Dit lampje geeft aan dat de
CrossLinc-verbinding actief is en dat de regeling van de
spanning op de Flextec
toevoereenheid kan worden uitgevoerd.
•
De schakelaar Weld Terminals On/Remote van de
®
Flextec
650x CE dient op "ON" te worden gezet. Deze
levert de voeding voor de lasklemmen voor een LN-25X-
draadtoevoereenheid die via de vlamboog werkt.
•
De schakelaar Output Control Local/Remote op de
®
Flextec
650x CE wordt genegeerd zodra CrossLinc-
randapparatuur door de stroombron wordt gedetecteerd.
21
®
650x CE en een voor
®
650x CE als
®
650x CE op de LN-25X-
Nederlands