Bedieningsknoppen
^
3
&
$
5
7
6
*
(
)
Bedieningsknoppen op het systeem
en de afstandsbediening
1
Display screen
–
geeft informatie over het systeem.
2
Eco Power/STANDBY ON y
–
om in de energiebesparende stand-by-stand te
schakelen of om het systeem in te schakelen.
3
DISPLAY
–
Hiermee kunt u tijdens het afspelen
trackinformatie weergeven.
4
OPEN/CLOSE 0
–
om de cd-lade te openen of te sluiten.
43
5
bij MP3-CD/USB
................................. om het vorige/ volgende album
te kiezen.
bij Tuner .............. om een geprogrammeerde
radiozender te kiezen.
92
(afbeelding op pagina 3)
6
ÉÅ
bij CD/MP3-CD/USB
................................. om het afspelen te starten en te
∞
TUNING S T
7
≤
bij CD/MP3-CD/USB
£
................................. om versneld achteruit/vooruit te
%
................................. Hiermee kunt u vooruit- of
7
bij Tuner .............. om af te stemmen op een lagere
5
8
™
CD-lade
@
9
n
#
–
Hier kunt u een hoofdtelefoon aansluiten.
0
USB DIRECT
¡
–
hiermee kunt u rechtstreeks een USB-bron
selecteren.
!
LINE-IN
–
Hiermee kunt u randapparatuur aansluiten.
9
@
bij CD/MP3-CD/USB
................................. om het afspelen te beëindigen of
#
VOL
–
om het volume in te stellen.
–
om de uren en de minuten in te stellen voor de
klok/ timer.
$
DSC (Digital Sound Control)
–
om de klankkleur te veranderen: POP/JAZZ/
CLASSIC/ROCK.
%
DBB (Dynamic Bass Boost)
–
om de lage tonen te versterken.
^
SOURCE
–
om de geluidsbron te kiezen : CD, USB, TUNER
of AUX.
&
CLOCK
–
Hiermee kunt u de klok instellen.
*
PROG
bij CD/MP3-CD/USB
................................. om cd-nummers te
bij Tuner .............. om radiozenders te
(
REPEAT
–
Hiermee kunt u tracks/programma's herhaaldelijk
afspelen.
onderbreken.
gaan op de disk.
terugspoelen (ingedrukt
houden).
of hogere radiofrequentie.
om een programma te wissen.
programmeren.
programmeren.