Waterinstallatie
Toevoer
• Waterdruk: 1–10 bar (stromingdruk)
• Het apparaat kan zowel aan koud water als aan warm water worden
aangesloten, de maximum temperatuur is 65 °C.
• Op de fabriek is een afsluiter met uitgang G 3/4" voorzien.
• Het apparaat moet via de meegeleverde kunststof drukslang worden
aangesloten (met zeef, overeenkomstig EN61770, 10 bar).
• Het inbouwen van een IRG-filter wordt aanbevolen.
• Na het openen van de afsluiter mag er geen water uit de aanslui-
tingarmaturen uittreden.
• Bij het aansluiten aan warm water moeten de schroeven, een aantal
minuten na de ingebruikname, nogmaals op het goed vastzitten wor-
den gecontroleerd en eventueel aangedraaid worden (echter niet
doordraaien).
Afvoer
• De flexibele afvoerslang met een binnendiameter van 22 mm moet
knikvrij worden aangelegd.
• Het apparaat kan ook boven het niveau van de sifon worden inge-
bouwd. In de afvoer van de machine is tevens een retourpompblokke-
ring ingebouwd, waardoor aansluitinstallaties met terugslagkleppen
niet vereist zijn.
• De aansluiting vindt bij voorkeur bij de sifon van de afvoer van de
spoelbak in het nevenvak van het apparaat plaats.
• Het hoogste punt van de afvoerslang mag niet meer dan 600 mm bo-
ven de onderkant van het apparaat zijn geplaatst.
39