Reiniging van de zeven
3
De zeven moeten regelmatig worden
gecontroleerd en gereinigd. Vervuil-
de zeven beïnvloeden het afwasresul-
taat.
Grove zeef (1)
De grove zeef moet na ieder afwasprogramma worden gecontroleerd.
1. Deur openen, onderste korf uitnemen.
2. Grove zeef uitnemen.
3. Indien nodig, onder stromend water afspoelen en weer terugplaatsen.
Fijne zeef (2)
De fijne zeef dient van tijd tot tijd
gereinigd te worden.
1. Deur openen, onderste korf uitne-
men.
2. De fijne zeef door het naar rechts
draaien ontgrendelen en uitnemen.
3. De fijne zeef onder stromend water
afspoelen en met een borstel grondig
reinigen.
4. De fijne zeef in de houder plaatsen en
naar links draaien, tot deze voelbaar
vergrendeltd (pijl).
1
Handgreep niet naar beneden druk-
ken.
Als de zeef niet is vergrendeld, kan
dat tot het verstoppen van de
sproeiarmen leiden.
Zonder zeef mag de afwasautomaat
onder geen enkele voorwaarde wor-
den geactiveerd.
29