6. DEMONTAGE
6.1. Demontage
Voorwaarden
A
Kettingblok assembleren
Arm naar beneden laten
zakken
36/73
GEVAAR
Zware verwondingen door kantelen van de minikraan
De ballaststeun moet bij elke montage en demontage voor de stabiliteit naar beneden gelaten worden.
Om de minikraan tegen wegrollen te beveiligen, moet de blokkeerrem aangetrokken worden
De draaibeveiliging moet onder de ballast vastgezet zijn
De blokkeerrem moet actief zijn (zie hoofdstuk 3.3)
Laat de ballaststeun neer en zet deze vast (zie hoofdstuk 3.4)
Klap de handgreep naar binnen in het rijdwerk (zie hoofdstuk 3.4)
Zet de draaibeveiliging onder de ballast vast (zie hoofdstuk 3.5)
Het neerlaten van de minikraan gebeurt middels het hydraulische aggregaat, de kraan ook zonder
elektrische aansluiting neergelaten worden. Het kettingblok moet dan echter in de eindpositie staan.
2
B
3
5
Grijpwerktuig van de kraanhaak laten afhangen en de ketting volledig in het kettingblok (pos. 7) naar
binnen bewegen
Kettingblok (pos. 7) aan het uiteinde van de arm plaatsen
Steekbout (pos. 6) uit het bovenste gat in de loopkat verwijderen
Kettingblok (pos. 7) met de steekbout in het gat van de arm zekeren
Verwijder de steekbout (pos. 5)
Arm met de afvoerklep (pos. 3) aftappen
Steekbout (pos. 2) in het gat steken en zekeren
1
4
Detail A
6
7
Detail B
8