VEGACAP 98 • Relais (DPDT)
1
2 M
Fig. 21: Weerstand binnen de sensor controleren
1
Contact 1 (middenpen)
2
Faseverstelcondensator
3
Meetcondensator
Meet met een ohmmeter (bereik MΩ) de weerstandswaarden tussen
de volgende contacten.
Contact 4 na contact 1 (middenpen)
De weerstand moet 2 MΩ zijn.
Wanneer de weerstand minder is, wijst dit op vocht in de behuizing of
een fout in de elektrode-isolatie. Een mogelijke oorzaak kon ook een
niet geïsoleerde elektrode zijn, die in geleidend (vochtig) product is
ingezet.
Wanneer de weerstand groter is of de verbinding is verbroken, is de
oorzaak meestal een contactfout in de adapterplaat of een defecte
weerstand door krachtige elektrostatische ontladingen.
In beide gevallen moet de meetsonde af fabriek worden gerepareerd.
Contact 4 t.o.v. tank
De elektrische verbinding tussen contact 4 en de metalen tank (niet
de inschroefsok of de meetsondeflens) moet zo goed mogelijk zijn.
Meet met een ohmmeter (zo klein mogelijk bereik) de weerstands-
waarde tussen contact 4 en de tank.
•
Kortsluiting (0 ... 3 Ω) - optimale verbinding
7 Service en storingen oplossen
C PH
2 M
7
3
6
4
2 M
C M
2
3
19