Toestellen aansluiten
Faxtoestel aansluiten
Voor het gebruik van een faxtoestel of een combitoestel (b.v. fax met telefoon) dient de
instelling voor het type toestel op Fax of Neutraal te worden ingesteld.
Als u enkel externe verbindingen tot stand brengt, moet de automatische lijntoewijzing
voor de bijbehorende aansluiting ingeschakeld blijven. Het faxtoestel of het combitoe-
stel moet in dit geval op "Gebruik aan de hoofdaansluiting" ingesteld worden.
Als u daarentegen ook interne verbindingen tot stand wilt brengen, moet de automati-
sche lijntoewijzing voor de bijbehorende aansluiting uitgeschakeld worden. Voor
externe verbindingen moet dan telkens eerst een nul gekozen worden of moet het fax-
toestel of combitoestel op "Gebruik aan een telefooninstallatie" ingesteld worden (zie
gebruiksaanwijzing van het faxtoestel, combitoestel).
Maak van de mogelijkheid gebruik om aan de fax een eigen telefoonnummer (MSN) toe
te wijzen. Ken aan de betreffende aansluiting een unieke ontvangst-MSN toe (zie
gebruiksaanwijzing van de handset).
In de toesteltype-instelling Fax wordt Wisselgesprek en Int. Groepsopr. niet onder-
steund.
In de toesteltype-instelling Neutraal wordt Wisselgesprek niet ondersteund. Bij de
aansluiting van een toestel dat enkel een faxtoestel is, moet Int. Groepsopr. uitgescha-
keld worden (zie gebruiksaanwijzing van de handset).
Modem aansluiten
Om een modem te kunnen gebruiken, moet de toesteltype-instelling op Modem gewij-
zigd worden.
Als u enkel externe verbindingen tot stand brengt, moet de automatische lijntoewijzing
voor de bijbehorende aansluiting ingeschakeld blijven (zie gebruiksaanwijzing van de
handset). De modem moet in dit geval op "Gebruik aan de hoofdaansluiting" ingesteld
worden.
Als u daarentegen ook interne verbindingen tot stand wilt brengen, moet de automati-
sche lijntoewijzing voor de bijbehorende aansluiting uitgeschakeld worden. Voor
externe verbindingen moet dan telkens eerst een nul gekozen worden of moet de
modem op "Gebruik aan een telefooninstallatie" ingesteld worden (zie gebruiksaanwij-
zing van de modem).
Antwoordapparaat aansluiten
Als u een antwoordapparaat (of telefoon met geïntegreerd antwoordapparaat) op een
aansluiting gebruikt wordt, dan wordt de toesteltype-instelling Antwoordapp. aanbe-
volen. In deze instelling kan een gesprek door het antwoordapparaat overgenomen
worden.
Is een telefoon met geïntegreerd antwoordapparaat aangesloten en u wilt met de tele-
foon ook intern telefoneren, dan dient de automatische lijntoewijzing voor de bijbeho-
rende aansluiting uitgeschakeld te worden (zie gebruiksaanwijzing van de handset).
Voor externe gesprekken dient dan telkens eerst een nul te worden gekozen.
In de toesteltype-instelling Antwoordapp. wordt Wisselgesprek en Int. Groepsopr.
niet ondersteund (zie gebruiksaanwijzing van de handset).
26