2
Houd de camera vast en kadreer een foto
Stap
2.
1
Houd de camera met beide handen stevig vast.
Houd uw vingers en andere voorwerpen op een veilige
afstand van het objectief, de flitser enz.
2.
2
Kadreer de foto.
Wanneer de camera automatisch de onderwerpstand
bepaalt, wijzigt het pictogram voor de opnamestand.
De zoom gebruiken
Verplaats de zoomknop.
Om dichter op het onderwerp in te zoomen, verplaatst u de
zoomknop naar g (tele).
Om uit te zoomen en een groter gebied weer te geven,
verplaatst u de zoomknop naar f (groothoek).
Als u de camera inschakelt, gaat de zoom naar de maximale
groothoekstand.
Pictogram opnamestand
Opnemen en weergeven
25m 0s
25m 0s
880
880
15